Duizenden boeren hebben geen bedrijfsopvolger klaarstaan: ‘Ondersteuning is nodig’
Bijna zes op de tien boeren van 55 jaar of ouder hebben niemand klaarstaan die de leiding kan overnemen in hun bedrijf. Dit speelt met name bij de kleinere landbouwbedrijven. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In reactie op de cijfers zegt het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) dat jonge boeren en tuinders ondersteuning nodig hebben.
"Door de alsmaar groeiende wereldbevolking zal de vraag naar voedsel juist stijgen. Jonge boeren zijn de voedselmakers van de toekomst", benadrukt de NAJK. Zij willen hierover graag in gesprek gaan met de overheid.
"De financiën op bedrijven staan onder druk, er dreigt een enorm gebrek aan ruimte, de toenemende wet- en regelgeving gooit roet in het eten en bedrijfsovername is en blijft een complex proces", aldus de NAJK. "Allemaal zaken waardoor de jonge boeren het gevoel hebben de grip op hun toekomst te verliezen."
In 27.000 van de 52.000 agrarische bedrijven in Nederland staat iemand aan het hoofd die 55 jaar of ouder is. De vraag wie bedrijfsopvolger kan worden, speelt dus in veel landbouwbedrijven.
Criteria
De moeilijkheid om een ondernemer te vinden die het boerenbedrijf voortzet speelt al meerdere jaren. In 2016 voorspelde het CBS dat er binnen tien jaar zo'n 15.000 boerderijen zouden verdwijnen. Sinds 2016 zijn er zo’n 3000 agrarische bedrijven verdwenen.
Jonge boeren moeten voor opvolging nu aan twee criteria voldoen. Zo moet het bedrijf na de overname duurzamer zijn dan daarvoor, en moet het een beter economisch perspectief hebben dan eerst. Vermoedelijk is dat voor veel jonge boeren niet mogelijk. Daarnaast is de boer steeds vaker de boosdoener in de ogen van burgers en natuur- en milieuorganisaties.
Bij grote landbouwbedrijven staat de opvolger in 70 procent van de gevallen wel klaar om het bedrijfshoofd op te volgen wanneer diegene met pensioen gaat. Bij middelgrote bedrijven is dat 50 procent en bij kleine en hele kleine bedrijven is het nog minder: in totaal hebben er 16.000 boeren daar geen opvolger klaarstaan.
Melkveebedrijven hebben relatief het vaakst al een opvolger klaarstaan, bij bijna twee derde van de melkveebedrijven met een bedrijfshoofd dat ouder is dan 55 is dat het geval. Dat wordt gevolgd door geitenhouderijen (54 procent). De animo om het roer in een schapenbedrijf over te nemen is gering (19 procent).
Regio's
In Limburg waren er de minste opvolgers. Over het algemeen hebben de bedrijven in de zuidelijke provincies minder vaak een opvolger dan die in het noorden. In Friesland wordt het vaakst een opvolger gevonden.