Defensie wil onderzoek: Nederlanders doodden mogelijk burgers in Uruzgan
Defensie gaat in gesprek met een oud-militair over een mogelijk onrechtmatige beschieting in de Afghaanse provincie Uruzgan in 2007. Aanleiding is een publicatie in Trouw, waarin veteraan Servie Hölzken vertelt hoe hij en zijn pantsergenie-eenheid huizen beschoten in 2007. Daarbij zijn volgens hem mogelijk burgerdoden gevallen.
Het ministerie van Defensie heeft het Openbaar Ministerie (OM) gevraagd de situatie te beoordelen en te bekijken of er inderdaad sprake is van strafbare feiten.
Oud-militair Servie Hölzken vertelt de krant dat zijn eenheid in 2007 langs bewoond gebied in de Chora-vallei reed. Daar onderschepte de commandant met een scanner mogelijk walkietalkieverkeer van de Taliban. Hölzken kreeg daarom de opdracht om met een zware mitrailleur op twee huizen te schieten, om te kijken of er een reactie kwam.
Hij hoorde de vermoedelijke Talibanstrijders over de walkietalkie over het mitrailleurvuur spreken en zag vervolgens mensen uit het tweede huis rennen. Daarop kreeg Hölzken het bevel om op hen te schieten, ook al meldde hij dat hij geen wapens zag. Tijdens het hele incident werden de Nederlandse soldaten zelf niet beschoten. "Het was niet te rechtvaardigen wat wij die avond deden", vindt hij.
Getraumatiseerd
Een toenmalige kameraad die ook in de pantserwagen zat, bevestigt het verhaal van Hölzken. Defensie wijst erop dat Hölzken getraumatiseerd terugkwam uit Afghanistan en dat de veteraan zich het incident mogelijk geheel of gedeeltelijk heeft ingebeeld. Een woordvoerder benadrukt bovendien tegenover Trouw dat het departement in haar archieven geen vermeldingen heeft gevonden van een incident dat voldoet aan de beschrijving van Hölzken. "Misschien is het wel gebeurd, maar wij kunnen het niet vinden."
Uri Rosenthal, die tot het einde van dit jaar toezichthouder is op veteranenzorg, onderschrijft dat er onderzoek moet worden gedaan. "Dat is standaard", zegt hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1. Maar, vindt Rosenthal: "Laten we eerst kijken wat er daadwerkelijk is gebeurd voordat we die link leggen naar een posttraumatische stresstoornis bij een Uruzgan-veteraan."
Het zou altijd kunnen dat dat inderdaad het geval is, zegt Rosenthal. "Maar ik zou toch zeggen: onderzoek naar wat zich daar heeft voorgedaan is het belangrijkste."
'Taliban wist goed burgers als schild te gebruiken'
Staatssecretaris Raymond Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) noemt het "opmerkelijk" dat dit dertien jaar na dato naar buiten komt. "Normaal worden er bij dit soort missies 'after mission reports' gemaakt. Daar worden dit soort bijzonderheden gerapporteerd", weet Knops, die zelf werkzaam is geweest als beroepsofficier bij de Koninklijke Luchtmacht. "Het kan altijd zijn dat dat op dat moment niet gebeurt is, dat zal onderzocht moeten worden."
Toch wil het niet zeggen dat het onbewapend wegrennen van deze mensen automatisch betekent dat het burgers waren, zegt Knops. "De Taliban wist ook heel goed burgers als schild te gebruiken voor hun acties. Dat is wel bekend van die tijd." De staatssecretaris benadrukt dat je je altijd moet baseren op feiten. "Eerst onderzoek doen, dan conclusies trekken."