Ruim helft Nederlanders geeft geen EHBO uit angst het verkeerde te doen
Wat doe je als je getuige bent van een ongeval en een slachtoffer kunt helpen? Direct in actie komen, dat is wat de meeste mensen zullen zeggen, maar uit onderzoek van het Rode Kruis blijkt dat dit helaas niet zo ligt.
"Wat we zien uit het onderzoek is dat van de mensen die zeggen dat ze niet zouden helpen, het grootste deel – ruim de helft – zegt dat ze dat niet zouden doen omdat ze bang zijn om het verkeerd te doen. Dat is zelfs nog groter dan het aandeel dat zegt dat ze het niet doen omdat ze bang zijn voor corona", zegt Naomi Nolte, woordvoerder van het Rode Kruis.
En juist die eerste paar minuten bij een ongeval zijn vaak cruciaal, benadrukt Nolte in Goedemorgen Nederland op NPO 1. Omstanders zijn natuurlijk altijd als eerste ter plaatse, en het duurt altijd een paar minuten voor de hulpdiensten er zijn. "Bij een hartstilstand kan de overlevingskans met 50 procent omhoog gaan als er binnen zes minuten wordt gehandeld", weet Nolte.
"Op dit moment is er eigenlijk geen natuurlijk moment dat je EHBO-kennis aanleert", zegt ze. Daarom pleit het Rode Kruis ervoor dat alle leerlingen in het voortgezet onderwijs een training krijgen in EHBO. "Dat kan met een relatief kleine investering, twee trainingen van drie uur op een schoolcarrière van vier tot zes jaar. Daarmee zorg je er eigenlijk voor dat straks iedereen weet wat hij of zij moet doen als er niets gebeurt."
Buitenland
In Noorwegen is EHBO-training al ingevoerd in het vaste lesprogramma. Daar heeft naar schatting maar liefst 90 procent van de bevolking de juiste kennis om EHBO te verlenen in noodgevallen. In Denemarken is het aantal geslaagde reanimaties verdrievoudigd nadat eerste hulp een vast lesonderdeel werd op de middelbare school.