Rutte buigt zich over jaarlijkse verhoging uitkeringen koninklijk huis: ‘Eenzijdige discussie’
Premier Rutte gaat zich beraden op het jaarlijks verhogen van de uitkeringen voor het koninklijk huis. Volgend jaar komt er 5 procent bij, maar een deel van de Tweede Kamer vindt dat wrang in crisistijd. CDA-Kamerlid Harry van der Molen vindt de discussie eenzijdig en stelt dat er ook gekeken moet worden naar wat het koningshuis oplevert. Dat zegt hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1.
Rutte is bang voor een jaarlijkse discussie over de toeslagen, schrijft De Telegraaf. Volgens de premier "is het laatste wat je wil dat mensen die in die bijzondere positie verkeren toch financieel afhankelijk zouden worden". De hoogte van de uitkering zelf is in de jaren zeventig wettelijk vastgelegd. Maar na druk van D66, GroenLinks, SP en PvdA gaat Rutte zich toch buigen over de jaarlijkse verhoging.
Ook geeft hij gehoor aan de wens van een meerderheid van de Kamer om elke vijf jaar te controleren of de toelage voor de leden van het koninklijk huis in verhouding is. Dat zei hij woensdagavond tijdens de bespreking van de begroting van de koning.
'Ook kijken naar wat koningshuis oplevert'
Van der Molen vindt dat de discussie niet breed genoeg wordt gevoerd. "Het is sowieso verstandig dat wij zorgvuldig omgaan met belastinggeld. Dus ik kan me er best wat bij voorstellen dat je om de zoveel jaar naar de verhoging kijkt. Maar de discussie wordt nu eenzijdig gevoerd en gaat alleen maar over wat het koninklijk huis kost. We moeten ook kijken wat het economisch oplevert. We moeten de discussie niet op deze manier eenzijdig blijven voeren", aldus het Kamerlid.
Ook VVD-Kamerlid Bente Becker erkent het belang en en wijst erop dat het koningshuis bijvoorbeeld goed is voor Nederlandse handel, door als uithangbord te fungeren op handelsmissies. "Maar ik kan me ook voorstellen dat mensen die zich nu zorgen maken over hun baan en eigen inkomen, de vraag stellen: waarom komt er 5 procent bij? Dus ik denkt dat het goed is dat Rutte gaat kijken naar de wet waarin die verhoging is vastgelegd."