Zorgmedewerkers nu zelf de grootste besmettingshaard: ‘Er is een inschattingsfout gemaakt’

Er kan niet verwacht worden van artsen en andere hulpverleners dat zij, zonder voldoende beschermingsmiddelen, met coronapatiënten werken. Dat oordeelde artsenfederatie KNMG vrijdag. “Ik vind dat er een inschattingsfout is gemaakt. De mogelijkheid dat zorgverleners anderen besmetten is veel groter dan eerder is aangenomen”, zegt directeur van Buurtzorg, Jos de Blok in Goedemorgen Nederland op NPO1.

Van alle mensen die positief getest zijn op het coronavirus werkt zeker 28 procent in de zorg, blijkt uit cijfers van het RIVM. Dat staat voor ruim 8000 man. De helft van hen is jonger dan 44 jaar, 81 procent is vrouw. Onbekend is in welk deel van de zorg besmettingen vooral voorkomen. Het RIVM geeft ook aan dat zorgpersoneel vaker wordt getest, wat het logischer maakt dat ze ruim vertegenwoordigd worden in de cijfers.

“Door hen onbeschermd te laten werken raken onnodig veel mensen ziek, en zijn hulpverleners zelf de grootste bron van besmetting,” zegt De Blok.

‘Risico’s te groot’

Het KNMG stelt vast dat de risico’s van het coronavirus voor hulpverleners op dit moment te groot zijn. Een besmetting kan ook voor gezonde mensen grote risico’s met zich meebrengen. Hulpverleners die zelf besmet zijn, lopen ook het risico eraan te overlijden of schade op te lopen wanneer de ziekte ernstig zou verlopen. Daarnaast lopen zij de kans langdurig niet inzetbaar te worden door ziekte, en verhogen zij de kans dat andere patiënten in de zorg besmet raken.

Betere verdeling beschermingsmiddelen

“Dat is precies de reden waarom het kabinet gekozen heeft voor een ander verdelingsmodel”, reageert VVD-Kamerlid Hayke Veldman. Volgens hem is er in eerste ingezet op het verdelen van het beschermingsmateriaal onder de mensen die in de acute zorg werken. Er werd dus gekeken per sector. “Het idee was dat ook daar de meeste besmette mensen binnen zouden komen”, zegt Veldman.

LEES OOK: Zorgpersoneel wordt nauwelijks getest op corona: ‘Verpleegkundigen werken weer met verschijnselen’

Achteraf blijkt dat de beschermingsmiddelen ook op andere locaties hard nodig is. De Buurtzorg-directeur geeft een voorbeeld: “Als jij op een afdeling werkt met mensen met dementie, die mensen leg je echt niet uit dat je continue anderhalve meter afstand moet hebben.”

Zorgverzekeraars betrekken

Volgens De Blok moeten we zorgverzekeraars betrekken bij de distributie. “Waar dat nodig is moeten we dat doen”, is Veldman het met hem eens. “Inkopen is een vak, distributie is een vak, dus daar waar experts nodig zijn om het beter georganiseerd te krijgen dan dat we het in het begin van de crisis deden dan is dat mooi,” zegt hij.

Niet meer afhankelijk van sector

Bij het nieuwe verdelingsmodel is de vraag niet in welke sector iemand werkt, maar hoe groot het besmettingsrisico is. Dit zou ervoor moeten zorgen dat ook buiten de ziekenhuizen voldoende middelen beschikbaar komen. Veldman: “We moeten zorgen dat de zorgverleners waar de besmettingskans het hoogst, is vooraan staan.”

Een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid vertelt aan het Parool dat er momenteel ‘geen acute tekorten’ aan bijvoorbeeld mondkapjes, schorten en spatbrillen zijn. “De stroom is op gang gekomen. Dat neemt niet weg dat de middelen nog steeds niet heel ruimschoots beschikbaar zijn. We moeten realistisch zijn.”

Door: Redactie