Prijzen OV in geen enkel EU land zo snel gestegen als in Nederland

De prijzen van het openbaar vervoer (OV) zijn de afgelopen 10 jaar met 30 procent gestegen, zegt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Kosten voor het rijden in de eigen auto liggen in 2019 15 procent hoger dan 10 jaar eerder. Alleen in Nederland stegen de kosten van het OV tot zulke hoogtes in vergelijking me de rest van de Europese Unie.

Onder de prijzen van het openbaar vervoer vallen de prijzen van vervoerbewijzen voor trein, tram, metro, bus en taxi. Bij de autokosten zijn de aanschaf, het onderhoud, brandstoffen, parkeren, de verzekering en de motorrijtuigenbelasting meegerekend.

Openbaar vervoer als goed alternatief

Volgens het Regeerakkoord moet 'het openbaar vervoer in alle delen van Nederland moet een goed alternatief zijn voor de auto'. Deze doelstelling wordt volgens de cijfers van het CBS niet gehaald. De stijging van het BTW-tarief van 6 naar 9 procent in het afgelopen jaar, is een belangrijke oorzaak van de hogere prijzen.

Ook is er veel focus op het verduurzamen van het OV, maar minder op het lokken van reizigers, schrijft De Volkskrant. Een bewerking die onderschreven wordt met cijfers: Nederlanders besteden tien keer meer aan de auto dan aan het OV.

Al dat autoverkeer is goed voor 21 procent van de totale CO2-uitstoot in Nederland, waarvan ruim 50 procent toe te rekenen is aan personenauto's. Al het treinverkeer in Nederland is verantwoordelijk voor 0.2 procent van de totale uitstoot.

LEES OOK: Treinkaartjes vanaf 2019 fors duurder, prijs openbaar vervoer hoger dan de auto