Principeakkoord pensioenstelsel breed gedragen, achterban vakbonden moet nog instemmen
Het principeakkoord dat het kabinet met vakbonden en werkgevers heeft gesloten over het pensioenstelsel, is evenwichtig en 'goed voor jong en oud', zegt minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wouter Koolmees (D66). De sociale partners en het kabinet presenteerden het conceptakkoord woensdagochtend aan de pers.
'Het is gelukt.' De opluchting overheerst in het gebouw van de Sociaal-economische Raad (SER) waar de vakbonden, werkgevers en de minister het akkoord presenteerden. Het pensioenakkoord was een van de hoofdpijndossiers van het huidige kabinet.
De onderhandelaars zijn tot een overeenstemming gekomen waarbij de pensioenleeftijd de komende twee jaar wordt bevroren op 66 jaar en vier maanden. Ook wordt het makkelijker eerder te stoppen met werken. Verder komt er een regeling waardoor sneller op de pensioenen wordt gekort in tijden van economische tegenspoed. Daartegenover staat dat ze sneller stijgen als het goed gaat.
Volgens Hans de Boer, voorman van de grote werkgeversorganisatie VNO-NCW, zorgt het akkoord voor 'economische en maatschappelijke winst'. De sociale partners hebben volgens De Boer een antwoord gevonden op de vraag hoe om te gaan met de vergrijzing in de samenleving.
Ook de bonden waren positief, hoewel bij de grootste vakbond FNV nog wat twijfel was. De vakbond moet het akkoord nog voorleggen aan de ruim 1 miljoen leden van de bond. De achterban bleek dinsdagavond echter nog niet enthousiast.
Het parlement zal ook akkoord moeten gaan met het stuk dat er nu ligt. De afgelopen dagen ging Koolmees in gesprek met leiders van de oppositiepartijen. Jesse Klaver (GroenLinks) en Lodewijk Asscher (PvdA) gaven woensdagochtend een gezamenlijke persverklaring om hun steun voor het akkoord uit te spreken.