We hebben meer vertrouwen in de Tweede Kamer en de Europese Unie
Het vertrouwen in de pers, banken, ambtenaren, politie, Tweede Kamer en de Europese Unie is in de afgelopen twee jaar licht gestegen. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van nieuwe cijfers. Het vertrouwen in rechters, het leger, grote bedrijven en kerken is vrijwel gelijk is gebleven.
Vertrouwen in Tweede Kamer en Europese Unie
In 2016 lag het percentage dat vertrouwen had in de Tweede Kamer op 36,8 procent. In 2017 groeide het vertrouwen naar een percentage van 40,8. In 2018 lag het vertrouwenspercentage op 42,0 procent.
Ook in de Europese Unie is er meer vertrouwen dan de jaren hiervoor. In 2016 lag het percentage op 36,0. Dat steeg in 2017 naar 43,1 procent. In 2018 lag het vertrouwenspercentage op 45,2.
Vertrouwen in de medemens
Het vertrouwen in de medemens is ten opzichte van een jaar eerder iets gedaald. Van 62,2 naar 61,7 procent. Het vertrouwen neemt toe met het niveau van de opleiding, stelt het CBS. "Dat is sinds 2012 niet veranderd. In 2018 heeft 43,0 procent van de mensen met alleen basisonderwijs vertrouwen in de medemens. Dat vertrouwen loopt op tot 84,0 procent bij de groep met een universitaire opleiding."
Hoger opgeleiden hebben doorgaan ook meer vertrouwen in (politieke) instituties dan lager opgeleiden, aldus het CBS. "De verschillen zijn echter minder geprononceerd dan bij het onderlinge vertrouwen. Een duidelijke uitzondering is het vertrouwen in banken, dat neemt af van 51,0 procent bij de laagst opgeleiden tot 36,0 procent bij de hoogst opgeleiden."