Ruim helft werkende Nederlanders doet aan bijscholing
De helft van de werkende Nederlanders tussen de 25 en de 65 volgt een werkgerelateerde cursus.
Laagopgeleiden, ouderen en deeltijdwerkers volgen de minste cursussen, blijkt uit cijfers van het CBS.
De werkenden volgen de cursussen vooral buiten de schoolbanken. In 2016 volgde 52 procent scholing, met name kortdurende cursussen, bedrijfsopleidingen, trainingen, privélessen, workshops en seminars.
Laagopgeleiden
Laagopgeleiden volgen het minst vaak een werkgerelateerde cursus. 29 procent van de laagopgeleiden schoolt zich bij, tegenover bijna 68 procent van de hoogopgeleiden.
Daarnaast volgen 45- tot 65-jarigen in verhouding vaker cursussen dan 25- tot 45-jarigen, en mannen minder vaak dan vrouwen.
Ruim de helft (70 procent) van de deelnemers ontvangt voor ten minste één cursus een vergoeding van de werkgever.
Reden
Voor verreweg de meeste mensen (82,1 procent) is de belangrijkste reden van bijscholing beter worden in hun werk.
Ook het feit dat de cursus verplicht is (50 procent) is een veelgenoemde reden. 43,9 procent geeft aan cursussen te volgen om carrièrekansen te verbeteren.