Joodse vrouw (86) moet belasting betalen over ‘tijdens de bezetting opgebouwd pensioen’
De Nederlandse fiscus wil dat Inge Prenzlau (86 jaar oud) belasting betaalt over een premie (140 euro per maand) die ze ontvangt van de Duitse overheid. Ze krijgt die als zogenaamde 'gettovergoeding' omdat ze als 11-jarige onbetaald en noodgedwongen werkte in het bedrijf van haar vader tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De vader van Prenzlau had een pillenfabriek op de Brouwersgracht in Amsterdam. Toen hij in 1942 te zwak werd om daar te blijven werken, liep de toen 11-jarige Prenzlau elke dag vanuit Amstelveen naar het bedrijf (zo'n twee uur lopen) om te werken, als signaal aan de Duitsers dat de familie nog betrokken was bij het bedrijf zodat ze het niet zouden overnemen.
140 euro per maand
Prenzlau verdiende er niks aan, maar had wel recht op de zogenaamde gettovergoeding, die de Duitse overheid na de bezetting wegens administratieve redenen omzette in een pensioen. Ze krijgt nu per maand 140 euro.
Officieel mag Duitsland belasting heffen over de premie, maar die doet dit niet omdat ze het beschouwt als een 'verzoeningsgebaar'. Nederland denkt daar anders over en vindt dat Prenzlau gewoon moet betalen omdat de premie meetelt voor de inkomstenbelasting.
In de steek gelaten
"Ik vind het zo onbegrijpelijk, zo bekrompen", aldus Prenzlau tegen het FD. "In de oorlog zijn we volkomen in de steek gelaten. Laat de regering dan nu niet kinderachtig doen. Als het nou om veel geld ging, maar het is een bedrag van niets. Wel €1,4 mrd aan het buitenland schenken, maar voor die paar Joodse mensen die deze vergoeding nog krijgen is geen geld."
Prenzlau en haar gezin moesten in 1943 onderduiken. Haar vader overleed vier weken voor de bevrijding, omdat hij niet aan zijn medicijnen kon komen.