BTW-tarief nog altijd op 21%, ondanks belofte kabinet
Het zou een tijdelijke crisismaatregel zijn: de verhoging van het hoge BTW-tarief in 2012 van 19 naar 21 procent. Maar nog steeds is het hoogste BTW-tarief aller tijden van toepassing, terwijl de overheidsfinanciën al een geruime tijd op orde zijn.
De BTW (belasting toegevoegde waarde) werd in 1969 in Nederland ingevoerd om het begrotingstekort te dichten. Bij de invoering het BTW-tarief gesteld op 12 procent. Sindsdien werd dit percentage regelmatig verhoogd, tot uiteindelijk 20 procent in 1986. Daarna ging het tarief in twee stappen omlaag naar 17,5 procent in 1992, om vervolgens weer verhoogd te worden in 2001 tot 19 procent.
Bij de laatste verhoging, in oktober 2012, beloofde het kabinet dat de maatregel tijdelijk zou zijn. De verhoging werd doorgevoerd om - net als in veel andere Europese landen - het begrotingstekort te dichten dat door de kredietcrisis was ontstaan.
De verhoging was onderdeel van het Lenteakkoord dat tussen de VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie werd opgesteld na de val van kabinet Rutte-I. Door de verhoging wilde Nederland het begrotingstekort terugbrengen tot onder de 3 procent-norm. Die opzet slaagde, want al in 2013 was het tekort nog ‘maar’ 2,4 procent van het Bruto Binnenlands Product. Inmiddels is er zelfs een begrotingsoverschot van 0,4 procent, maar het BTW-tarief is altijd nog op het historisch hoge niveau van 21 procent.
Dit jaar verdient de overheid naar verwachting 47,8 miljard euro aan BTW-afdrachten. Ter vergelijking: bij de invoering van het BTW-systeem, in 1969, was dit slechts 2,5 miljard.
Het BTW-tarief in Nederland is overigens niet bijzonder hoog in vergelijking met andere Europese landen. Zo zijn de Hongaren veel slechter af met maar liefst 27%. In Luxemburg is het tarief het laagst: slechts 17%.
Zie hieronder een vergelijking van BTW-tarieven in Europa: