Asscher: ‘Oproep tot gebed kan je niet verbieden, moslims horen erbij’
Vice-premier Lodewijk Asscher vindt dat de islamitische gebedsoproep niet kan worden verboden. Dat zei hij in een interview met De Telegraaf . Volgens de minister horen moslims "er gewoon bij" en moeten moslims en niet-moslims samen ervoor zorgen dat de overlast die de oproep veroorzaakt minimaal is.
'Je kant het niet verbieden'
"Daarvan kan je niet zeggen dat je het allemaal moet verbieden", zei Asscher over de gebedsoproep, die volgens de islamitische voorschriften vijf maal per dag moet klinken. "Maar je kan ook niet zeggen dat daar maar extra grote luidsprekers voor moeten komen. Daar zul je een grens moeten vinden, zoals dat altijd gebeurt. Een grens tussen het recht om naar kerk en de moskee te gaan en het recht van anderen om daar geen overlast van te ervaren.”
Als omwonenden zich storen aan de oproep is het volgens Asscher aan de moskee om met de buurt in gesprek te gaan. "Net zolang tot de zorg weg is en dat er een oplossing is dat je er geen last meer van hebt. Maar moslims blijven in Nederland. En die horen er gewoon bij.”
Lees ook: Rutte: ‘islamitische gebedsoproep is lelijke muziek’
Premier Mark Rutte zei in de aanloop naar de verkiezingen ook dat de gebedsoproep niet kan worden verboden, maar hij sloeg toen een aanmerkelijk hardere toon aan. Zo noemde hij de oproep 'lelijk'.
Als minister van Sociale Zaken was Asscher vijf jaar lang verantwoordelijk voor het dossier integratie.