Hoge verborgen werkloosheid bij afgestudeerde mbo’ers
Nu de economie weer op stoom is weten pas afgestudeerden en schoolverlaters makkelijker werk te vinden en krijgen ze beter betaald. Eén groep valt buiten de boot: jongeren met een mbo-opleiding zonder praktijkervaring. Ze willen graag meer werken, maar blijven hangen in ‘kleine’ contracten. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), dat jaarlijks onderzoek doet onder schoolverlaters.
Werkloosheid daalt snel
Eerst het goede nieuws: de jongeren die in het schooljaar 2014-2015 een diploma van vmbo, havo, vwo, mbo of hbo hebben gehaald profiteren van het herstel van de economie. Zo was in 2014 nog 13% van de mbo'ers met een beroepsopleidende leerweg (BOL) werkloos. Dat is in 2016 gedaald naar 7%. Voor hbo’ers zijn die cijfers nog rooskleuriger: In 2013 piekte de werkloosheid onder hbo’ers op 8%. Dat is vorig jaar gedaald naar 5%.
Brutoloon stijgt ( maar is nog niet op het oude niveau)
De lonen klimmen voor de schoolverlaters langzaam uit het dal. Het brutoloon voor hbo’ers zit nog niet op het oude niveau, maar is in 2016 gestegen naar €13,90 per uur. De lonen van mbo-bol (+5,9%) werkenden stijgen harder dan die van mbo-bbl (+1,3%) : het verschil tussen de twee onderwijsleerwegen wordt kleiner.
BBL staat voor een Beroeps Begeleidende Leerweg en een BOL opleiding kent een Beroeps Opleidende Leerweg. Het belangrijkste verschil is dat de student in een BBL-traject een arbeidsovereenkomst heeft met een werkgever en een dag in de week les volgt. Bij de BOL opleiding gaat de student vooral naar school en loopt vervolgens stage.
Verborgen werkloosheid onder MBO’ers
Hoewel het de afgestudeerden dus beter vergaat dan voorgaande jaren is er één groep die niet lijkt te profiteren van de economische opleving: de mbo'ers. In 2016 geeft 36% van de werkenden met een mbo-diploma aan méér te willen werken. Het gaat dan om de jongeren met een mbo-bol opleiding, die zoals we hierboven zagen het laagste uurloon krijgen. Zij hebben het vaakst van alle schoolverlaters een ‘klein’ contract: een arbeidsovereenkomst van minder dan 12 uur per week. Driekwart van de jongeren met zo’n contract zegt meer te willen werken. Van de jongeren die 12 tot en met 24 uur werken wil meer dan 6 op de 10 graag meer uren werken. De situatie voor hbo’ers ziet er heel anders uit: Slechts 3% van de hbo’ers werkt minder dan 12 uur. Ongeveer zes op de tien (63%) heeft een fulltime baan.
Deze mbo'ers met kleine baantjes telden tot voor kort nog als ‘werkloos’. Tot 2015 werden personen die 1-11 uur per week werkten toch als werkloos gedefinieerd als zij aangaven op zoek te zijn naar werk voor meer uren. In 2015 is de Nederlandse definitie gelijk getrokken aan de internationale definitie: als je 1 uur of meer werkt ben je niet werkloos.