Arib: ‘Ik mag van Kuzu geen voorbeeld zijn voor jonge allochtonen’
Kamervoorzitter Khadija Arib uitte vanochtend in WNL Op Zondag kritiek op DENK-kamerleden Tunahan Kuzu en Farid Azarkan.
'Ik mag van Kuzu geen voorbeeld zijn'
Arib reageerde in de talkshow op opmerkingen van Kuzu dat zij "geen voorbeeld" zou zijn voor "Khadija uit de Schilderswijk". Kuzu deed deze uitspraken eerder deze week in de Tweede Kamer nadat Arib opnieuw werd benoemd tot voorzitter. "Ik denk dat hij bedoelt dat ik niet het voorbeeld magzijn voor Khadija’s uit de Schilderswijk."
Volgens Arib was de opmerking deel van een groeiende stroom kritiek uit allochtone hoek. "De laatste twee drie jaar is dit ook een probleem: dat je niet Marokkaans genoeg bent, dat er filmpjes worden gemaakt over of je wel of niet islamistisch genoeg bent", zei Arib. "Je identiteit daar gaat niemand over. Dat is een individuele keuze. Het gaat heel erg ver als mensen daarin willen interveniëren. Dat raakt me ook en daar stel ik een grens."
'Ik wil hoop geven. Kuzu kan dat niet afpakken.'
De Kamervoorzitter zei ook dat ze graag een rolmodel wilde zijn voor allochtone jongeren. "Ik weet hoe zwaar het is om iets voor elkaar te krijgen: we komen allemaal uit gastarbeidersgezinnen", zei Arib. "Maar ik wil die meisjes ook die hoop en dat vertrouwen in de Nederlandse samenleving geven, en dat kan Kuzu of wie dan ook die kinderen en die jongeren niet ontnemen."
Ook Farid Azarkan kreeg commentaar van de Kamervoorzitter. Azarkan sprak in februari op een bijeenkomst van islamitische organisaties waar vrouwen werden geweerd. "Vrouwen kunnen niet worden weggezet of in de publieke ruimte worden genegeerd", zei Arib daarover. "Als er iets wordt georganiseerd is het van belang dat aan de orde te stellen: waar zijn de vrouwen? Ik zou daar een punt van hebben gemaakt."
"Als Denk voor vrouwen op zou komen zou ik dat waarderen", aldus Arib.