Bron- en contactonderzoek stopt bij 10.000 besmettingen per dag: ‘We hebben keuzes moeten maken’

Met het aantal oplopende coronabesmettingen neemt ook de druk op de GGD’en weer toe. Bij 10.000 besmettingen per dag komt er een einde aan het bron- en contactonderzoek zoals we dat nu nog kennen. Wie positief test, wordt voortaan gevraagd zelf al zijn contacten te waarschuwen. “We hebben keuzes moeten maken over welke stappen in het onderzoek het meest van belang zijn”, vertelt Anja Schreijer, voorzitter van het Landelijk Overleg Infectieziekten.

GGD’en moeten zich vooral inzetten op het snelle testen in plaats van het het bron- en contactonderzoek, opperde Ernst Kuipers van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding eerder. “Het is niet de keus tussen het een of het ander”, zegt Schreijer in Goedemorgen Nederland op NPO 1. “Het blijft zaak dat mensen wel weten wat ze moeten doen met een positieve uitslag. Dat zal denk ik heel lang blijven bestaan, maar echt het bron- en contactonderzoek tot in de diepte uitpluizen, dat stadium zijn we nu een beetje voorbij.”

Prioriteren

Bron- en contactonderzoek heeft met name waarde als er onder de tweeduizend nieuwe besmettingen per dag bij komen, zegt Schreijer, die tevens hoofd van infectieziektebestrijding van de GGD Amsterdam is. “Dan kunnen we goede kwaliteit leveren. Dan kun je heel goed in die clusters duiken”, legt ze uit. “Zo hebben we natuurlijk in de zomer gezien dat er veel besmettingen plaatsvonden bij bruiloften, familiefeesten en onder studenten.”

Nu het aantal nieuwe besmettingen bijna vier keer hoger ligt dan dat heeft de GGD, ook op advies van het Outbreak Management Team (OMT), bepaald dat het eerste gesprek met de patiënt en het snel waarschuwen van contacten voor nu de belangrijkste stappen zijn. “Vervolgens prioriteren we, net als met de testen, ook in bron- en contactonderzoek”, vertelt Schreijer. “Dus mensen die in de zorg of op scholen werken, in sommige regio’s mensen die in een vliegtuig gezeten hebben en ouderen. Die proberen we er zo veel mogelijk uit te halen.”

Daarnaast kijkt de GGD of mensen misschien niet zo goed begrijpen wat ze nu precies moeten doen wanneer ze besmet zijn met het coronavirus. “Daar nemen we extra tijd voor. Dus we maken nu keuzes: met wie nemen we een heel gesprek af, en wie kan het gewoon snel zelf.”

Trends

Dat uitgebreider onderzoek niet meer mogelijk is ligt niet aan de capaciteit van de GGD’en, beklemtoont Schreijer. “Daar bovenin die pyramide zit nog altijd de specialist. De arts, de verpleegkundige, de deskundige infectieziektebestrijding. Daar zit de bottleneck, daar hebben we er niet genoeg van.” Om die reden kijkt de GGD nu in plaats van naar de details naar de trends. “Dan zie je wel hoe veel clusters er ongeveer in welke setting zitten, maar voor het tot in de details uitpluizen van die clusters is nu geen tijd. Op die trends blijven we nu sturen, en daarnaast proberen we ook zo veel mogelijk onze gegevens naar het RIVM door te sturen om het landelijke overzicht te houden.”

Een lange rit

Het wordt nog “een lange rit”, zegt de arts en hoofd infectieziektebestrijding. “We zijn er nog lang niet vanaf. En ook als het vaccin er volgend jaar is moeten we kijken: hoe gaan we verder, is er genoeg voor iedereen, zijn mensen toch besmettelijk op het moment dat ze gevaccineerd zijn… Dus daar moeten we de komende tijd goede scenario’s van maken.”

LEES OOK: GGD-medewerkers zijn agressie aan de telefoon zat

Door: Redactie