Opening van basisscholen op 11 mei roept ‘alleen nog maar meer vragen op’

Op 11 mei gaan basisscholen, kinderopvangcentra en buitenschoolse opvang weer open. Kleinere groepen kinderen mogen dan weer, afwisselend, naar school. Goed nieuws voor veel ouders en ook voor kinderen, maar de grote vraag blijft: hoe dan?

“Dat is een lastig vraagstuk”, vindt Francien van der Veen, directeur van basisschool IKC De Wielen in Leeuwarden. “Een halve bezetting biedt op zich mogelijkheden”, zegt de directeur in Goedemorgen Nederland op NPO1.

‘Kinderen spelen geen grote rol tijdens de verspreiding’

Half maart vonden de adviseurs van het Outbreak Management Team (OMT) eigenlijk ook al dat de scholen open konden blijven. Gegevens over het virus uit China toonden aan dat kinderen geen grote rol spelen bij de verspreiding. Maar toen er onrust ontstond bij ouders, docenten en medisch specialisten, besloot het kabinet toch om ze te sluiten.

Nu, vijf weken later, is het OMT eigenlijk niet van standpunt veranderd. Volgens (nog lopend) onderzoek van het RIVM binnen gezinnen hebben kinderen weinig heftige klachten en lopen ze het minder vaak op. “Ze zijn niet de verspreiders, eerder de ontvangers”, zei RIVM-baas Van Dissel dinsdag in de persconferentie.

Anderhalve meter-onderwijs

In eerste instantie gingen de basisscholen er nog vanuit dat zij anderhalve meter-afstandsonderwijs zouden moeten bieden. Dat zou betekenen dat er maar heel weinig kinderen tegelijkertijd in de klas kunnen zitten. “Dat is bijna niet te doen, dan zouden kinderen misschien een dagdeel per week naar school kunnen”, zegt Van der Veen. Dus de beslissing van het kabinet om voor de helft van de tijd onderwijs te bieden, is in ieder geval een betere optie.

Risicogroepen

Maar het roept volgens Van der Veen weer nieuwe vragen op: “Gaan we dag om dag werken? Of gaan we in shifts werken, met een ochtend en een middaggroep? Hoe gaan we de groepen indelen, wat doen we met de kinderen die thuis zijn, hoe gaan we die thuisonderwijs bieden, en lukt dat überhaupt? Wat doen we met leerkrachten die tot risicogroepen horen, in hoeverre krijgen zij zelf de mogelijkheid om die beslissing op hun te nemen?”

Over die laatste groep is gezegd tijdens de persconferentie dat zij nog niet aan het werk hoeven. Maar hoe moet het dan met de kinderen die les kregen van deze risicogroepen? “Die kinderen zullen misschien thuisonderwijs moeten blijven volgen”, denkt Van der Veen. Ook hier hoopt zij een specifieke uitspraak over te horen.

Protocol van PO-raad

Naast het inhoudelijke stuk zijn er ook veel vragen op praktisch gebied. “Er zijn eigenlijk alleen maar meer vragen bijgekomen”, lacht Van der Veen. De directeur hoopt nu dat de PO-raad (de sectororganisatie voor het primair onderwijs) vandaag nog met heldere protocollen komt. “Die richting geven en waar we mee uit de voeten kunnen”, verduidelijkt ze. “Vanmiddag hebben wij ook een overleg hoe we dit op bestuursniveau gaan oppakken.”

Voorzitter van MKB-Nederland Jacco Vonhof denkt dat de opening van de basisscholen ons helpt om te wennen aan “dat het stap voor stap toch open moet”. “Ik denk dat men nu heeft gekozen voor het lokale basisonderwijs omdat je voor voortgezet onderwijs je openbaar vervoer beter op orde moet hebben”, zegt Vonhof. Hij hoopt dat we nu ook hard aan het werk gaan om dat weer werkbaar te maken.

LEES OOK: Basisschoolleraren verwachten ‘grote problemen’ voor leerlingen als zij nog vier weken thuiszitten

Door: Redactie