Ad Verbrugge ziet niveau op universiteiten achteruit hollen: 'Hoeveel mensen met een academische geest lopen er nog rond?'
Ad Verbrugge, voorzitter van Beter Onderwijs Nederland, vraagt zich af hoeveel "mensen met een academische geest" er nog op onze universiteiten rondlopen. De filosoof legt in de online serie WNL Onze Eeuw uit dat de vereenvoudigde doorstroom een negatief effect kan hebben op het niveau van onze studenten.
"Daar komt dan ook nog een hele instroom bij uit het buitenland waarvan je totaal niet weet wat het niveau eigenlijk is", zegt Verbrugge, zelf hoofddocent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, in gesprek met journalisten Samuel Vandeputte en Marc Herman de Groot. "Het schoolsysteem in Europa, maar ook wereldwijd, is erg verschillend. Er komen ook mensen binnen die ook onder dat niveau zitten. Die trekken het ook weer naar beneden."
De geboren Zeeuw denkt ook dat de Nederlandse taal lijdt onder de internationale instroom op universiteiten. "Wij zijn al heel lang geleden om bijvoorbeeld serieuze taalvaardigheid te toetsen. Dat kan ook niet. Vroeger wilde je bijvoorbeeld goed Engels leren, dan moest je een hele opleiding volgen. Nu wordt dat eigenlijk maar gewoon zo neergelegd."
Luister naar dit gesprek als podcast. De tekst gaat hieronder verder.
Ook de invloed van AI heeft volgens Verbrugge invloed op het taalniveau. "Met de nieuwste technologieën van ChatGPT zie je dat studenten ook allerlei schrijfopdrachten gewoon even door chat gooien. Dus dat leren ze ook niet meer."
Het lager onderwijs kampt al langer met de nodige problemen, zo stelt Verbrugge. Verbrugge richtte in 2006 de Vereniging Beter Onderwijs Nederland op. "Toen was het misschien voor minder mensen zichtbaar dat ons onderwijs toch serieus naar beneden aan het gaan was in kwaliteit."
'Eén op drie kan geen krant lezen'
"Ik geef als voorbeeld altijd de mate waarin leerlingen op vijftienjarige leeftijd in staat zijn om een krant te lezen. Destijds was één op de zeven leerlingen functioneel analfabeet. Wij zagen dat als een zeer zorgwekkende ontwikkeling, want in 2000 was dat nog één op de tien. Dat geeft aan dat er echt een neerwaartse trend is. Mede dankzij onze inspanningen en die van een goede staatssecretaris, Marja van Bijsterveld, is dat enigszins gestabiliseerd en zelfs wat verbeterd."
Hij besluit: "Vervolgens is het daarna wel weer heel snel naar beneden verder afgegleden. In 2012 was het één op de vijf leerlingen, in 2019 één op de vier en inmiddels zitten we op één op de drie leerlingen die functioneel analfabeet is op vijftienjarige leeftijd. In een democratische, moderne samenleving die draait om informatie en communicatie zien we dat één op de drie kinderen niet in staat is om een krant te lezen."