'Voordeel hypotheekrenteaftrek was altijd dat mensen eerder kunnen starten', zegt directeur EIB
Wonen staat hoog op de politieke agenda. Vrijwel alle partijen beloven meer huizen en betaalbare woonruimte, maar de vraag blijft wie daadwerkelijk toegang krijgt tot de koopmarkt. Volgens Taco van Hoek, directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), speelt de hypotheekrenteaftrek daarin een belangrijke rol.
In het radioprogramma Sven op 1 legde Van Hoek uit dat tijdelijke schommelingen in vraag en aanbod wel meevallen. Waar hij zich zorgen over maakt, zijn de structurele effecten op starters. "Je krijgt even daling van de vraag en daling van het aanbod. Dat is vervelend, maar dat is een transitiefase. Daar kom je weer uit en dan kan de woningmarkt gewoon weer door."
Luister de uitzending hier terug:
"Maar wat we echt als structureel effect zien en dat hebben we ook de afgelopen jaren gezien, dat is de startersleeftijd. We zien dat mensen die moeten starten op de huizenmarkt, dat begon tien jaar geleden vroeger gemiddeld op 27- of 28-jarige leeftijd. Dat ligt inmiddels op 32. We zien ook dat het heel vaker paren zijn die op die kopersmarkt starten dan alleenstaanden. Dat is het blijvende effect. Het voordeel van onze hypotheekrenteaftrek voor de woningmarkt was eigenlijk altijd - en is ook - dat mensen eerder kunnen starten met het kopen van een huis."
Hij benadrukt dat zijn pleidooi niet automatisch betekent dat de hypotheekrenteaftrek moet verschuiven richting huur. "Het is niet mijn betoog dat er meer bij de huursector landt. Je kan ook zeggen: daar zitten meer kwetsbare groepen. Daar is natuurlijk ook wel degelijk een verhaal bij te houden." Daarmee opent hij de deur naar een bredere discussie over waar belastingvoordelen terecht moeten komen en wie er het meest mee geholpen wordt.
Verdeeldheid
In de politiek lopen de meningen uiteen. Linkse partijen willen de aftrek sneller afbouwen en het geld gebruiken voor steun aan huurders en starters. Rechtse partijen vrezen juist dat afschaffen de koopmarkt verder onder druk zet. Voor Van Hoek is de kern dat de regeling steeds minder doet wat ze ooit moest doen: jonge mensen sneller een eigen huis laten kopen.
De vraag blijft dus hoe houdbaar de hypotheekrenteaftrek nog is. Als starters steeds later instromen en het voordeel vooral bij bestaande huiseigenaren terechtkomt, is het volgens Van Hoek onvermijdelijk dat de discussie terugkomt op tafel.
Moeilijke projecten
Volgens Van Hoek bewegen de huizenprijzen mee met de economische cyclus. "De prijs gaat omlaag omdat de vraag inzakt en omdat het aanbod eerst doorloopt. Projecten worden niet gestopt. Dan krijg je druk op de prijzen." Hij wijst erop dat vooral de moeilijkere projecten daardoor onder druk komen te staan. "We hebben er zo'n duizend per jaar. Een deel van die projecten kan nu al moeizaam uit, sommige haast al niet zonder subsidie. Die projecten moeten in de ijskast gezet worden."
Die constatering onderstreept dat tijdelijke prijsdalingen niet per se goed nieuws zijn voor starters. Goedkopere huizen gaan vaak gepaard met het stilvallen van nieuwe bouwprojecten, waardoor de krapte op langere termijn juist blijft bestaan.