Journalist Pieter Waterdrinker blikt terug op ontmoeting met Russische kindsoldaat: 'Misschien is hij inmiddels gesneuveld'
''Het zou heel goed kunnen dat hij naar het front gestuurd is en gesneuveld is'', vertelt Ruslandkenner Pieter Waterdrinker. De auteur en journalist blikt in Goedemorgen Nederland terug op zijn ontmoeting met een Russische kindsoldaat. ''Aan beide kanten vallen slachtoffers.''
Waterdrinker maakte in 2020 de documentaire 'Rusland en MH17' voor Omroep WNL. Op een militaire academie bij Sint-Petersburg ontmoette hij een jongen van zo'n twaalf jaar oud. De tiener vertelde in zijn uniform vol trots: ''Al zolang ik me kan herinneren wil ik militair worden, sinds mijn vijfde. Ik zag militairen op tv en hoe mooi ze konden lopen. Ik vond het heel erg leuk wat ze deden en werd geraakt door die militaire sfeer. Daarom wilde ik hierheen.''
De jongen vervolgde: ''Mijn ouders waren er niet op tegen. Ze waren zelfs een beetje blij, omdat mijn opa militair was en mijn vader militair is. Ik heb dus besloten om onze militaire familietraditie voort te zetten.''
Schoonheid
''Dit is een typisch Russisch fenomeen'', vertelt Waterdrinker vijf jaar later. ''Dat bestond al ten tijde van de Sovjetunie. Kinderen uit militaire families gaan na de lagere school naar een middelbare school waar ze opgevoed worden voor het leger. Discipline, schoonheid en vaderlandsliefde staan voorop.''
De jongen werd gevoed met patriotisme, aldus de Ruslandkenner. ''Het is heel goed mogelijk, en dat is verschrikkelijk, dat het jongetje al naar het front is gezonden en is gesneuveld. Dan denk je: het is toch maar een Rus, die is fout, maar aan beide kanten vallen slachtoffers.''
'We riskeren oorlog'
Waterdrinker stelt dat we te weinig weten over de oorlog in Oekraïne en de Russische dreiging. ''We hebben hier militair strategen, politicologen, 'we moeten meer bewapenen' en naar de NAVO-norm van vijf procent. Uiteindelijk riskeren we bewust - en misschien terecht - dat we ooit in oorlog komen met Rusland zelf. Beseffen we dat wel? Een oorlog kun je niet voorvoelen, maar misschien moeten we als samenleving meer voelsproeten hebben.''