D66-partijleider Rob Jetten voelde dat het einde voor Jan Terlouw naderde: 'Zijn eigenheid was inspirerend'
D66-fractievoorzitter Rob Jetten heeft voormalig D66-partijleider en schrijver Jan Terlouw een paar weken voor zijn dood nog bezocht. ''We hebben uren zitten kletsen. Ik voelde dat het niet lang meer ging duren. Je probeert er dan maximaal van te genieten'', zegt hij in Café Kockelmann op NPO 2.
Jan Terlouw overleed vrijdag op 93-jarige leeftijd. Jetten noemt Terlouw ''één van mijn belangrijkste mentoren''. Hij vertelt: ''Wat ik vooral van hem heb geleerd: hij was geen typische politicus. Dat was zijn kracht. Hij durfde toe te geven dat hij fout zat, ergens over twijfelde of zich door iemand had laten overtuigen. Ik heb me in het begin ook heel ongemakkelijk gevoeld in Den Haag. Dan zei hij: ach, wat maakt het toch uit wat iedereen van je vindt, zeg gewoon hardop wat je denkt en dan komt het goed. Die eigenheid vond ik heel inspirerend.''
'Passie voor jonge mensen'
Jetten is een paar weken geleden nog bij Terlouw thuis geweest. ''We hebben uren zitten kletsen. Hij volgde nog steeds alles op de voet. Wat er in de wereld gebeurde, wat er in Nederland gebeurde. Hij wilde daar dan ook eindeloos over discussiëren. Hij heeft een hele mooie boodschap ingesproken die we op het laatste D66-congres hebben laten zien.''
Terlouw was te zwak om naar het congres te komen, zegt Jetten. ''Dat vond hij heel jammer. Hij wilde er graag nog een keer bij zijn. Dat is hem niet gegeven. Ruim een jaar geleden was hij er in Apeldoorn wel bij. Dat was wat dichterbij huis voor hem. Je zag hij hij ervan genoot om onder al die D66'ers te zijn. Dat heeft hij tot het laatst gedaan. Hij had een passie voor jonge mensen. Hij heeft een paar weken geleden nog politieke jongeren bij hem over de vloer gehad om te filosoferen over de toekomst.''
Schapen
Jetten voelde '''dat het niet heel lang meer ging duren''. ''Ik denk dat we dat allemaal wel aanvoelden. Je probeert er dan ook maximaal van te genieten.''
De politicus vervolgt: ''Ik ben vaak bij Jan thuis geweest. Hij woonde op een prachtig boerderijtje in Twello. Schapen, een enkele koe en een paar kippen. Ik herinner me nog een paar jaar geleden dat we de wei in moesten omdat er lammeren aankwamen. Hij ging dat op zijn 90e zelf begeleiden. Daarna pakte hij een paar eitjes uit het kippenhok en bakte hij een ei voor de lunch. Een paar weken geleden zei hij nog: ik vind het zo jammer dat we niet samen naar buiten kunnen, maar ga zelf maar even kijken naar de lammeren in de wei. Hij genoot vanuit zijn stoel enorm van de natuur.''