Staatssecretaris Gijs Tuinman: 'Premier Schoof hoeft tijdens de Nationale Dodenherdenking vanavond niet stil te staan bij Gaza'
Staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman vindt dat premier Dick Schoof niet stil hoeft te staan bij Gaza tijdens de Nationale Dodenherdenking: ''Wat mij betreft hoeft Schoof niet stil te staan bij Gaza. Er is elke dag aandacht voor wat er in Israël en Gaza gebeurt.''
Volgens de staatssecretaris gebeurt er immers genoeg in de wereld waar nu weinig aandacht voor is: ''De Rohingya’s worden aangepakt, de Oeigoeren in China, moslimminderheden. Er zijn een hele hoop plekken waar we aandacht aan zouden moeten besteden.'' Dat zegt hij tegen Rick Nieman bij WNL Op Zondag op NPO 1.
Luister WNL Op Zondag nu terug als podcast:
4 mei staat vanouds in het teken van de Nationale Dodenherdenking. Toch gaan er steeds meer stemmen op om ook stil te staan bij de Palestijnse slachtoffers in Gaza, en wordt er zelfs opgeroepen om de herdenking op de Dam te verstoren. Staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman vindt echter dat het op vier mei stil moet zijn: ''Zo’n oproep doet mij pijn aan mijn hart.'' Hij vervolgt: ''Die twee minuten, dan moet het gewoon in heel Nederland stil zijn.''
Zelf sprak hij een dag eerder tijdens de herdenking in Altena. Daar riep hij de samenleving op tot mentale weerbaarheid. Niet alleen vanuit de eigen verantwoordelijkheid, zoals een noodpakket hebben, maar ook voor elkaar: ''Het is super belangrijk dat je weet wie er bij je in de buurt wonen. Een mooi voorbeeld is een gezin met drie kinderen bij mij in de buurt. Vader is brandweerman en moeder werkt in het ziekenhuis. Als het fout gaat, zijn beide ouders weg. Daarom heeft een gepensioneerd echtpaar aangeboden in geval van nood op die kinderen te passen.''
Ook vindt de staatssecretaris Tuinman dat we de samenleving moeten trainen op weerbaarheid. Dit doet hij thuis immers ook: ''Probeer maar eens een keer 24 uur zonder stroom te zitten. Wij hebben het ook wel eens gedaan met mijn eigen kids.''
Bangmakerij
Op de vraag of Defensie zich niet te veel bezighoudt met bangmakerij, reageert Tuinman verbeten: ''Bangmakerij? In de jaren dertig waren we niet bang. Toen hebben we niet geïnvesteerd in onze krijgsmacht en daar hebben we de prijs voor betaald. Het enige wat het ons nu kost is wat pijn in de portemonnee, en daar blijft het dan bij.''