De Voorjaarsnota is uit: dit moet je weten
Na weken van onderhandelen heeft het kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB de Voorjaarsnota gepresenteerd. Deze bijstelling van de Rijksbegroting laat zien waar het geld naartoe gaat — en vooral waar het vandaan komt. De centrale thema’s: stabiliteit, veiligheid en gerichte investeringen. Maar daar staat een flinke reeks bezuinigingen tegenover.
De onderhandelingen verliepen moeizaam. Premier Schoof gaf aan dat hij “meermalen vreesde dat de coalitie niet uit de Voorjaarsnota zou komen.” Toch werd donderdagavond een akkoord bereikt. Minister Heinen van Financiën (VVD) is tevreden: “We schuiven geen rekeningen door. Daarmee voorkomen we dat in de toekomst de belastingen stijgen. Ik sta voor gezonde en solide overheidsfinanciën.”
Sommige grote onderwerpen zijn nog niet opgelost. Denk aan de stikstofcrisis en het klimaatbeleid. Die komen pas later dit jaar aan bod, bij de Miljoenennota op Prinsjesdag.
Begrotingstekort valt mee
Het begrotingstekort – het verschil tussen wat de overheid uitgeeft en wat er binnenkomt – valt dit jaar lager uit dan verwacht. In september (op Prinsjesdag) werd nog gedacht dat het tekort dit jaar 2,8 procent van de economie zou zijn, en volgend jaar 3,7 procent. Maar dat is nu bijgesteld naar 2,6 procent dit jaar en 3,0 procent volgend jaar. Alleen in 2027 is het tekort iets hoger dan eerder gedacht. Volgens de Voorjaarsnota komt dit vooral door de economische groei; de aanpassingen van het kabinet hebben hier nauwelijks effect op gehad.
De staatsschuld loopt nog steeds op, maar ook dat gaat langzamer dan eerder gedacht. Dit jaar is de schuld naar verwachting 45,2 procent van het bbp, en in 2029 zou dat 49,5 procent zijn. Op Prinsjesdag lagen die cijfers nog hoger.
Er was discussie over de zogenoemde meevallerformule, een afspraak over wanneer geld mag worden gebruikt voor extra uitgaven. Die gebruiken we nu niet, zei minister Heinen. In de Voorjaarsnota schrijft hij: “We dekken tegenvallers en doen tegelijkertijd ook een aantal gerichte investeringen. We schuiven geen rekeningen door.”
Meer belasting dan gepland, maar ook meevallers
Het kabinet compenseert het schrappen van de hogere btw op cultuur, media en sport door meer inkomstenbelasting te innen. De inkomstenbelasting gaat dus minder omlaag dan eerder beloofd. Ook gaan vermogende mensen juist meer belasting betalen via box 3.
Het kabinet treft desalniettemin maatregelen om te zorgen dat Nederlanders aan het eind van de meer geld in de portemonnee overhouden. De energiebelasting gaat bijvoorbeeld omlaag tussen 2026 en 2028, de stijging van de sociale huurtarieven wordt tijdelijk stopgezet en de huurtoeslag gaat omhoog. Daarnaast zullen jongeren een hoger minimumloon krijgen en worden startende bedrijven (start-ups en scale-ups) in het zadel geholpen met een nieuwe belastingregeling.
Bezuinigingen raken gezinnen en werklozen
Er zijn ook enkele bezuinigingen nodig om de plannen te bekostigen. De WW-uitkering wordt bijvoorbeeld korter verstrekt, het kindgebonden budget wordt schraler en de vergoeding voor zelfzorgmedicijnen als paracetamol wordt geschrapt.
Bovendien wordt de gratis kinderopvang opnieuw uitgesteld, van 2027 naar 2029. Dat scheelt de overheid bijna 3 miljard euro. Er wordt ook bezuinigd op onderwijs voor kwetsbare kinderen en op jeugdzorg. Zo moeten ouders vanaf 2028 mee gaan betalen voor jeugdhulp.