Aziatische restaurants dagen overheid voor de rechter: 'Straks smaakt babi pangang hetzelfde als in de supermarkt'

Aziatische restaurants in Nederland staan vandaag lijnrecht tegenover de overheid bij het Paleis van Justitie in Den Haag. Brancheorganisaties hebben een rechtszaak aangespannen tegen een nieuwe overheidsregeling die op 1 juli 2024 is ingegaan, waardoor Aziatische restaurants moeite hebben om specialistische koks van buiten Europa aan te nemen. Het beleid zet de Aziatische keuken in Nederland onder druk, stelt Liping Li, directeur van de Vereniging Chinese-Aziatische Horeca Ondernemers (VCHO): "We moeten de Aziatische specialiteitenkok koesteren."

Voorheen kon de Aziatische horeca eenvoudig buitenlandse koks met ervaring in bijvoorbeeld de Thaise of Chinese keuken naar Nederland halen, maar nu moeten ze eerst drie maanden zoeken naar een geschikte kandidaat binnen Europa. Pas als er geen geschikte kandidaat wordt gevonden, mogen ze een visumaanvraag indienen voor een kok uit Azië.

Bovendien mogen ze bij de werving van koks volgens de nieuwe regeling niet vragen of ze ervaring hebben met- of kennis hebben van de Aziatische (eet)cultuur. Ze mogen ook niet eisen dat een kok Chinees spreekt om in een Chinees restaurant te werken. Als uitkeringsinstantie UWV ziet dat zulke functie-eisen wél worden gehanteerd, mag de horecazaak de vacature niet doorzetten naar het buitenland. In de praktijk lopen restaurants daardoor vast, zegt de advocaat van de brancheorganisaties vandaag in de rechtszaal: alle 83 aanvragen die sinds de invoering van de nieuwe regeling zijn ingediend, zijn afgewezen.

Specialiteitenkok binnen een paar maanden

Volgens het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is er geen noodzaak om koks uit het buitenland te halen, meldt de VCHO, omdat koks in Nederland binnen drie tot zes maanden net zo goed opgeleid kunnen worden tot een zelfstandig Aziatisch specialiteitenkok.

Volgens Li is dat echter "een fabeltje". Je kunt met een opleiding van zes maanden niet tippen aan een authentieke Aziatische kok, stelt ze in Goedemorgen Nederland op NPO 1: "In China moet je minstens zes jaar een opleiding volgen om aan de kwalificatienorm voor een Aziatische specialiteitenkok te voldoen. Bovendien wordt de Chinese eetcultuur daar vaak ook al met de paplepel ingegoten."

Verliezen door personeelsproblemen

Veel restaurants geven aan dat ze door de regeling financiële tegenslag ervaren. Volgens een enquête van de VCHO heeft 75 procent van de restaurants een omzetdaling van gemiddeld 15 procent omdat ze niet genoeg koks hebben. Dat komt neer op een totaal omzetverlies van meer dan 205 miljoen euro voor de sector. 65 procent van de ondernemers overweegt hun zaak te verkopen als het beleid niet wordt aangepast.

Volgens Li is de rechtszaak dan ook een "laatste redmiddel" om de sector te beschermen. "We hebben herhaaldelijk geprobeerd om in overleg met het ministerie tot een werkbare oplossing te komen, maar onze voorstellen tot overleg en onze zorgen zijn constant genegeerd", vertelt ze. "Willen Nederlanders blijven genieten van authentiek Aziatisch eten? Dan moeten we de Aziatische specialiteitenkok koesteren. Straks smaakt de Oosterse babi pangang van de Aziatische specialiteitenrestaurants hetzelfde als de babi pangang van de supermarkt."

'Chinese invloed inperken'

Volgens Tessa van Viegen, politiek verslaggever bij WNL, heeft het ministerie van SZW wel meer redenen om de immigratie van Aziatische koks te beperken. "De overheid wil toch palen en perken stellen aan de vooral Chinese invloeden in ons land, en dat geldt ook voor de horeca", vertelt ze. "Daarnaast heeft dit beleid te maken met de personele bezetting hier in Nederland. We hebben genoeg Nederlandse koks die wel degelijk in Aziatische horecazaken aan de slag kunnen."