CDU-leider Merz moet 'Europa's zieke man' vooral weer gezond maken
Friedrich Merz, partijleider van de CDU, wil Duitsland weer belangrijk maken op het Europese toneel. Vooral de economie moet een schop onder zijn kont krijgen. Met name op het gebied van het Duitse vestigingsklimaat en Defensie kan er veel gehaald worden, denkt Ton Nijhuis, directeur van het Duitsland Instituut en hoogleraar Duitslandstudies aan de UvA.
"Met de Duitse economie gaat het al twee jaar lang niet goed. De industrie kwakkelt en daar zijn grote zorgen over", zegt Nijhuis in de buitenlandspecial van WNL Haagse Lobby op NPO Radio 1. De reden voor de rode cijfers kennen meerdere oorzaken volgens Nijhuis. "De energie is duur, daar is niet in geïnvesteerd. Daarnaast heeft het land te maken met een verouderde infrastructuur en een krappe arbeidsmarkt."
Luister hier de hele podcast van WNL Haagse Lobby. De tekst gaat hieronder verder.
Investeringsbeleid
Nijhuis is vooral kritisch op het uitblijvende investeringsbeleid van de regering-Scholz. Duitse banken en de overheid durven nauwelijks te investeren in innovatieve startups die de hightechsector juist zo hard nodig heeft. Defensie kan daar op zijn beurt ook weer de vruchten van plukken, meent Nijhuis. "Er zal echt een digitaliseringsslag moeten komen, zodat Duitsland weer innoverend kan worden."
Tot slot zal de nieuwe regering goed moeten gaan kijken naar de handel. "In Duitsland komt ontzettend veel geld binnen, maar dat wordt daar niet uitgegeven. Dat gaat naar de Verenigde Staten omdat daar het investeringsklimaat beter is. Investeren in Duitsland moet weer aantrekkelijk worden."
Man met de vuist
Nijhuis heeft vertrouwen in Merz dat hij veel voor elkaar zal krijgen. "Tot nu toe is hij vooral de man gebleken die met de vuist op tafel slaat, maar hij zal ook compromissen moeten kunnen sluiten." Een samenwerking met de SPD is waarschijnlijk.
En daar zou het nog weleens mis kunnen gaan, denkt Nijhuis, want de SPD is traditiegetrouw erg gericht op de industrie, terwijl de christendemocraten zich meer om het midden- en kleinbedrijf bekommeren.
Opkomst
Dat veel Duitsers zich zorgen maken over de staat van hun land, bleek wel uit de opkomst. Die was met 82,5 procent het hoogst sinds de Duitse eenwording in 1990 en bovendien flink hoger dan bij de vorige verkiezingen, in 2021. Toen bracht 76,4 procent van de kiesgerechtigden een stem uit.