Staatssecretaris tegen onderwijs: 'Als in deeltijd werken de norm is, kom je nooit verder'
Staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie) weerspreekt de kritiek van de Algemene Onderwijsbond (AOb) op haar salarisberekening voor leraren. Die klopt namelijk wel, zegt Paul. Ze vindt dat het onderwijs ook eens kritisch naar zichzelf moet kijken. "Op het moment dat je een cultuur hebt waar deeltijd werken bijna de norm is, kom je nooit verder."
Het Ministerie van Onderwijs berekende eerder deze maand dat een leraar gemiddeld 6100 euro per maand verdient, als onderdeel van een grote campagne om werken in het onderwijs aantrekkelijker te maken. De AOb reageerde verbolgen. Volgens de bond gaat het om een "te positief" beeld. "De berekening van het ministerie is al jarenlang ondoorgrondelijk", zei AOb-voorzitter Thijs Roovers in De Telegraaf.
"Ik heb heel duidelijk aangegeven dat het een gemiddelde is", reageert staatssecretaris Paul in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "We hebben gekeken naar basisonderwijs, middelbaar onderwijs en mbo, een gemiddeld salaris bij een gemiddeld aantal dienstjaren, bij een voltijds contract en met structurele extra's die daarbij zitten, zoals een eindejaarsuitkering en een vakantietoeslag."
Dan kom je uit op het bedrag van 6100 euro bruto per maand, verzekert de bewindsvrouw. "We nemen de toeslagen nadrukkelijk mee, omdat het in andere sectoren helemaal geen vanzelfsprekendheid is. Uiteindelijk is het geld wat je in je portemonnee krijgt en je dus kunt uitgeven."
Deeltijdcultuur
Ze hekelt de 'deeltijdcultuur' in het onderwijs. "Het is belangrijk dat schoolbesturen met hun leraren in gesprek gaan om überhaupt voltijds werken of meer uren werken bespreekbaar te maken. Op het moment dat je een cultuur hebt waar deeltijd bijna de norm is, kom je nooit verder", verzucht Paul. "En laten we wel wezen: in Nederland zijn we kampioen deeltijdwerken."
Volgens de staatssecretaris zijn er ook docenten die wel meer willen werken, maar de kans niet krijgen. "Startende leraren die eindeloos lang aan een tijdelijk contract of een klein contract worden gehouden, terwijl zij juist meer uren zouden willen werken, vind ik onacceptabel in tijden van tekorten."
Paul krijgt bijval van oud-VVD-Kamerlid Fred Teeven: "Ik zou zeggen: begin een beetje bij jezelf. Als je in het onderwijs werkt en je ziet dat er zoveel mensen deeltijd werken, dan kan je ook collega's aanspreken. Onderwijs is bij uitstek een sector waar te veel in deeltijd wordt gewerkt. Het verhaal 'de politiek heeft niet naar het onderwijs gekeken', is echt flauwekul. Leraren verdienen een enorm salaris en daarom kunnen ze in deeltijd werken."
Die analyse maakte ook lerarenopleider Ton van Haperen in De Telegraaf. Juist doordat het salaris is verhoogd, zijn docenten minder gaan werken, stelt hij. "Dat zou kunnen", reageert Paul. "Maar er is niet één gouden knop waar je op drukt om het tekort op te lossen. Het is én stimuleren van de zijinstroom én zorgen dat scholen en lerarenopleidingen goed met elkaar samenwerken om startende leraren te begeleiden, zodat ze niet uitvallen."
'Er is nooit op geacteerd'
Volgens lerares Frans Kim van Strien van het Maris College in Den Haag zijn de tekorten in het onderwijs schrijnend. "Je wil het liefst dat een leerling volledig onderwijs krijgt, maar als school moet je soms hele harde keuzes maken. Soms betekent dat dat je een vak een tijdje niet geeft, minder uren geeft of een onbevoegde docent voor de klas zet."
Van Strien, die de salarisberekening van Paul "flauw" noemt, denkt dat haar beroep in aanzien is gedaald. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt vandaag dat er in het onderwijs het afgelopen jaar ruim 39000 vacatures bijkwamen. "We wisten al twintig, dertig jaar dat dit tekort eraan zat te komen, maar er is nooit op geacteerd door de politiek. Dat is bijzonder pijnlijk." Volgens haar is alleen een campagne niet genoeg. "Er is echt veel meer nodig om ons beroep aantrekkelijker te maken."
"Als je alleen maar een campagne doet, ga je de oorlog niet winnen", erkent Paul. "Dit is een nieuwe stap in de aanpak van het lerarentekort. Dat bestaat onder andere uit het stimuleren van zijinstroom; mensen die vanuit een ander beroep kiezen voor het mooie vak van leraar. In 2017 hadden we vijfhonderd zijinstromers, afgelopen jaar 2300."
'Fantastisch vak'
Paul benadrukt dat docenten ook gewoon meer moeten gaan werken. "We zijn met een pilot bezig op tweehonderd scholen, waar werkgevers in gesprek gaan met docenten over wat zijn nodig hebben om meer uren te maken. Dat zit soms in een tegemoetkoming van een extra dag kinderopvang, maar het kan ook gaan over meer flexibiliteit in het rooster."
"Daarnaast is een punt regionale samenwerking. Je ziet dat te veel scholen elkaar beconcurreren om de leraar", zegt de staatssecretaris (VVD). Ook wil ze de lerarenopleidingen aantrekkelijker maken, vooral voor mannen, door leerlingen de keuze te geven tussen specialisatie in "het jongere en het oudere kind".
Hoeveel nieuwe leraren Paul met de "de grootste campagne in het onderwijs ooit" wil werven, kan ze niet zeggen. "Het is moeilijk te becijferen, we hebben overal tekorten. Wat belangrijk is, is dat een aantal misvattingen over werken in het onderwijs worden weggenomen. Het is mooi en betekenisvol werk, met een serieus salaris en ontwikkelkansen. Ik wil dat er zoveel mogelijk mensen overwegen om naar het onderwijs te gaan, want het is een fantastisch vak."