Bruins krijgt kritiek van links tot rechts over oorlogsarchief: 'Verscheurt nog altijd families'
Kamerleden van links tot rechts zijn kritisch op de manier waarop minister Eppo Bruins (Cultuur) heeft gehandeld rond de openbaarmaking van het oorlogsarchief. Dat een naam in dit Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) belandt, hoeft niet te betekenen dat die persoon in de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitsers. Die suggestie wordt volgens parlementariërs wel gewekt, terwijl familieleden door wachtrijen bij het archief niet de kans krijgen om snel duidelijkheid te krijgen.
"De oorlogsgeschiedenis verscheurt nog altijd families. Het is dus echt, echt belabberd dat hier zo'n enorme bende is ontstaan", zei Jan Paternotte (D66) bij het wekelijkse vragenuur. Zijn grootouders hadden onderduikers thuis. De jongere broer van zijn opa staat op de namenlijst van het archief dat online in te zien is. "Zonder context of toelichting", aldus de D66'er.
Voor de achterliggende stukken moeten mensen naar de studiezaal van het Nationaal Archief in Den Haag, maar die is de komende maanden volgeboekt.
Joost Eerdmans (JA21) weet "heel zeker" dat zijn opa onderduikers had, maar ook zijn naam wordt vermeld in het archief. "En dat wordt niet opgehelderd." Christianne van der Wal (VVD) zou zich "het rambam" schrikken als een naam van een familielid in het oorlogsarchief bleek te staan. Zij oppert om het archief toch ook op een manier online beschikbaar te maken, met inlogrestricties.
Dat laatste is volgens Bruins niet mogelijk, omdat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) daar vanwege de privacy bezwaar tegen heeft. Het archief weerspiegelt volgens hem de chaotische jaren na de Tweede Wereldoorlog. Toen zijn volgens de bewindsman ook veel mensen onterecht als collaborateur aangewezen.
