Rechter straft meer voetbalvandalen
De rechter deelt steeds vaker straffen uit aan voetbalvandalen. In het afgelopen jaar zijn 169 daders van voetbalgeweld en -rellen veroordeeld. Dat zijn er bijna vier keer zoveel als in 2019, het pre-coronajaar. Dat blijkt uit cijfers van de Raad voor de Rechtspraak die zijn ingezien door de NPO Radio 1-podcast Het Misdaadbureau van Omroep WNL.
Uit eerder onderzoek bleek al dat het voetbalgeweld na de coronaperiode is toegenomen en dat het Openbaar Ministerie meer relschoppers voor de rechter heeft gebracht. In 2023 zijn 169 daders van voetbalgeweld en -rellen door de rechtbank bestraft voor openlijke geweldpleging, mishandeling of vernieling. In 2019, het jaar voor de coronapandemie uitbrak, ging het slechts om 44 veroordelingen. Het gaat dus om een toename van ongeveer 285 procent. De daders kregen celstraffen (97 keer), taakstraffen (139 keer) en geldboetes (minder dan 10 keer).
Experiment digitale meldplicht
Het experiment met de zogenoemde ‘digitale meldplicht’ gaat binnenkort een nieuwe fase in. Momenteel loopt in Utrecht, Rotterdam en Leeuwarden een test met de Mini-ID, een klein draagbaar kastje, waarmee gemeenten controleren of overlastgevende voetbalsupporters zich aan een gebiedsverbod houden door het lezen van hun vingerafdruk.
Een woordvoerder van het Ministerie van Justitie en Veiligheid laat aan Het Misdaadbureau weten dat de eerste fase van de pilot - waarin 10 vrijwilligers de Mini-ID hebben getest - inmiddels is afgerond en positief is geëvalueerd. De verwachting is dat in de loop van het aankomend voetbalseizoen wordt gestart met de volgende fase waarin kleinschalig de eerste gebiedsverboden met een digitale meldplicht kunnen worden opgelegd. Pas na evaluatie hiervan valt er een besluit over de bredere uitrol van de digitale meldplicht.