Hoe transparant zijn Kamerleden over mogelijke belangenverstrengeling? ‘Je kan dat nooit helemaal uitroeien’
Veel senatoren hebben een dubbele pet op. Enerzijds is het goed dat ze 'met hun poten in de modder staan', zodat ze goed weten wat er leeft. Anderzijds rijst de vraag of iemand nu spreekt namens een partij voor het volk of bijvoorbeeld namens een branchevereniging. "Het gaat erom dat je transparant bent naar de samenleving", zegt voorzitter van de Eerste Kamer Jan Anthonie Bruijn in WNL Haagse Lobby op NPO Radio 1.
Aanleiding van de discussie over transparantie is de ophef over BBB-senator Gert-Jan Oplaat. Hij verzweeg dat hij significante belangen had bij een debatonderwerp als voorzitter van een branchevereniging. "Oplaat had het woord significant niet zo geïnterpreteerd dat hij dat zelf gemeld heeft. We hebben daar een discussie met hem over gehad. Daar deinst hij ook niet voor terug. Hij vond dat belang niet zo groot om te melden", vertelt Bruijn.
Luister de podcast:
"Bovendien vond hij dat iedereen op de website van de Eerste Kamer kan zien dat hij die functie heeft", vervolgt Bruijn. "Anderen zeggen dat dit wel onder significant valt en dat hij het wel had moeten doen. Het is niet zo erg dat je het daar niet over eens wordt, als je er maar over praat. Dat het voor de mensen in het land duidelijk is of er belangenverstrengeling, of de schijn ervan, kan optreden. Je kan dat nooit helemaal uitroeien."
Transparantie
Zowel de Eerste- als Tweede Kamer hebben zich aangesloten bij richtlijnen die opgesteld zijn door de Raad van Europa om vermeende belangenverstrengeling en corruptie te voorkomen. Leden van de Eerste Kamer werken over het algemeen ook elders naast hun senatorschap, vertelt Bruijn.
Er kan zodoende een belang optreden. "Als ik in een ziekenhuis werk en er wordt bezuinigd op ziekenhuizen, dan vind ik dat misschien geen leuk idee. Kan je dan nog neutraal een wetsvoorstel beoordelen? Dat is een spanningsveld", vertelt Bruijn. Daarom is een integriteitscode afgesproken waar alle leden zich aan dienen te houden. Zo moet duidelijk zijn welke nevenactiviteiten Kamerleden bestieren. "Dat moet helemaal transparant zijn."
Ontvang jij al onze gratis WNL-nieuwsbrief? Meld je hier aan en mis niets!
"Ten tweede, als ik een debat voer in het openbaar over een bepaald onderwerp waar ik een bepaald belang bij heb, als dat belang significant is, dan meld ik dat aan het begin van het debat", vertelt Bruijn. "Het kan zelfs zijn dat je zegt: ik doe dat debat liever niet. Alleen voor kleine eenmansfracties is dat moeilijk."
De voorzitter van de Eerste Kamer vervolgt: "De Kamermeerderheid heeft besloten in het Reglement van Orde dat het primair de senator zelf met zijn fractie is die bepaald hoe hij dat interpreteert. Er staat geen sanctie op als hij dat niet goed doet. We willen aan de buitenwereld laten zien dat we dit doen, want het zijn moeilijke discussies."