Ondanks extra geld problemen gemeenten nog niet weg, zegt VNG
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) reageert tevreden op het extra geld dat het kabinet de komende jaren vrijmaakt voor gemeenten en provincies. Maar "het financiële probleem van gemeenten is hiermee nog niet opgelost", stelt de vereniging in reactie op de maandag gepubliceerde voorjaarsnota van het demissionaire kabinet.
De VNG zegt dat de afgelopen weken "meerdere intensieve gesprekken" zijn gevoerd met het demissionaire kabinet over de financiële posities van gemeenten. Gemeenten vragen de overheid al langer om meer geld. Een van de belangrijkste inkomstenbronnen voor gemeenten is het Gemeentefonds.
VNG-voorzitter Sharon Dijksma spreekt over een "voortdurend geschil" tussen gemeenten en de overheid over de gevolgen van het samenvoegen van gemeenten. Sinds 2015 werden gemeenten door die fusies op het fonds gekort, omdat het samenvoegen tot besparing van kosten had moeten leiden. Maar de fusies leidden volgens de belangenvereniging tot een tekort van honderden miljoenen euro's voor gemeenten. Volgens Dijksma voelde de VNG "zich soms roepende in de woestijn, maar na twaalf jaar kunnen we dit eindelijk achter ons laten".
Het kabinet trekt vanaf 2026 tot en met 2029 structureel ruim 700 miljoen euro extra uit voor gemeenten en provincies. Daardoor zijn "taken en middelen beter in balans", schrijft het kabinet.
Bittere pil
Voor de lange termijn constateert de VNG "een structurele plus van 1 miljard" euro door het extra geld. Maar de vereniging wijst wel op een andere "bittere pil", namelijk een eenmalige min van 675 miljoen in 2025. In dat jaar worden gemeenten volgens de VNG niet gecompenseerd voor de financiële effecten van de invoering van een nieuw financieringssysteem voor gemeenten en provincies.
De komende tijd gaat de vereniging met leden in gesprek. "De resultaten uit de gesprekken met de fondsbeheerders de afgelopen weken zijn wel een stap in de goede richting en een opstap naar goede afspraken met een nieuw kabinet", stelt de vereniging.