Nederlandse scheepsvaart dreigt miljarden te verliezen aan Franse werf: ‘Meer rekening houden met onze eigen economie’
Astronomische bedragen vliegen over de toonbank voor nieuwe onderzeeboten voor onze Defensie. Het geld belandt mogelijk niet in de portemonnee van Nederlandse bouwers, omdat er wordt gekeken naar een Franse werf. De Nederlandse maakindustrie kan daardoor miljarden mislopen.
Waar Nederland jarenlang floreerde met zijn vier walrusonderzeeërs, is het tijd voor nieuwe boten. "Het waren roemruchte boten, gebouwd in eigen land. Ze hebben het decennialang goed gedaan, maar zijn nu tot de draad toe versleten", zegt defensiejournalist bij De Telegraaf Silvan Schoonhoven in Goedemorgen Nederland op NPO 1.
Ten koste van Nederlandse maakindustrie
De wens naar nieuwe onderzeeboten ligt al zo'n tien jaar op tafel. Het zit allemaal behoorlijk ingewikkeld in elkaar. Doen wij een beroep op onze eigen scheepsvaartindustrie of besteden wij uit aan een buitenlandse werf? Defensie kijkt naar drie offertes, waarvan de Franse werf Naval Group de beste papieren lijkt te hebben. "Die schijnt het scherpste aanbod met de laagste prijs te hebben", vertelt Schoonhoven.
Ontvang jij onze nieuwsbrief al? Meld je hier nu gratis aan!
Mocht de Franse werf met de opdracht aan de haal gaan - en die kans lijkt groot - is dat een bittere pil voor Damen Shipyards Group, een Nederlandse scheepvaartmaatschappij. Die werkt namelijk samen met een Zweedse werf, dat zich ook heeft gemeld om de onderzeeboten te ontwikkelen. De Franse werf werkt weliswaar samen met het Nederlandse Royal IHC, maar op een veel kleinschaliger niveau.
'Het mag best iets meer kosten'
CDA-leider Henri Bontenbal ziet de bui al hangen. "Het eindspel is dat het altijd bij een Frans bedrijf terechtkomt." Bontenbal vindt dat wij in Nederland, als het op dit soort zaken aankomt, te weinig rekening houden met onze eigen economie. "De boot mag best iets meer kosten als vervolgens het werk in Nederland terechtkomt."
De laagste prijs simpelweg als laagste prijs beschouwen, omschrijft Bontenbal als een kortzichtige houding. "Zeker als daar ook sprake is van staatssteun", voegt hij eraan toe. Dat is het geval bij de Franse werf, dat overheidssteun geniet. "Ja, ze nemen meer risico's, maar risico's kosten geld." Die extraatjes komen uiteindelijk terecht bij de belastingbetaler, stelt Bontenbal. "Dus in the end zijn ze niet goedkoper."
Goedemorgen Nederland gemist? Kijk nu hier terug via NPO Start.
Het gaat volgens Bontenbal ook om de periode nadat de boot is gemaakt. Hij doelt daarmee op jarenlang onderhoud dat nodig is. "Dat vindt dan wel of niet in Nederland plaats en je houdt de maakindustrie overeind."
Om wat voor bedragen het precies gaat, is niet bekend. "De aanbiedingen zijn allemaal nog geheim, maar het gaat over miljarden", weet Schoonhoven. "Er wordt gesproken over een totaalprijs van vier tot maximaal zes miljard euro voor die vier boten "
Hightech boten
Een onderzeeër zit tjokvol hightech systemen. "Het is supergeheim allemaal. Er zitten sonars en sensoren in. Met de nieuwe boot kan je ook Tomahawk-kruisraketten en torpedo's afvuren. Ze worden gebruikt voor het verzamelen van inlichtingen en je kan er special forces mee afzetten op een vreemde kust. Kortom: ze zijn van heel groot strategisch belang, juist ook in die nieuwe Koude Oorlog waar wij verzeild in zijn geraakt", verklaart Schoonhoven het torenhoge prijskaartje dat aan de onderzeeërs hangt.
Daarnaast zijn de prijzen flink gestegen door de oorlog in Oekraïne en de hoge druk op defensiebedrijven, aldus Schoonhoven. Half maart komt de officiële uitslag. Dan wordt duidelijk of Frankrijk of toch Nederland de champagnefles mag ontkurken. Spannende tijden dus, vooral voor de Nederlandse werf en maakindustrie.