Blauwtongvirus verdwijnt, maar schapenboeren nog steeds bezorgd: ‘Vaccin voorkomt veel extra schade’
Schapenboeren kunnen even opgelucht ademhalen: het blauwtongvirus verdwijnt door vorst die deze week in Nederland voet aan de grond zet. De knutten, de muggen die het virus verspreiden, sterven door de voorspelde vorst af. De dreiging voor het vee is daardoor voorlopig verdwenen, zegt landbouworganisatie LTO in het AD. Maar schapenboeren kijken al met een bezorgde blik naar aankomend voorjaar.
De nachtmerrie voor schapenboeren begon in september: meer dan 5.600 bedrijven zijn volgens landbouwwaakhond NVWA getroffen door besmetting of hebben vermoedens van besmet vee. Het grootste gedeelte van deze besmettingshaarden ligt in Friesland, gevolgd door de provincies Gelderland, Noord-Holland en Overijssel.
Er is nog altijd een roep om een vaccin, want in het voorjaar gaan de knutten gewoon weer vliegen. "Met een vaccin kun je veel extra schade voorkomen", benadrukt Reinier Everts, dierenarts en tevens directeur van fokkersorganisatie NSFO.
Onvoldoende oversterfte voor compensatie
Bij sommige veehouderijen is meer dan de helft van de schapen gestorven en in sommige kuddes is zelfs driekwart van de schapen overleden. Everts zegt dat de oversterfte onder schapen meer dan tienduizend bedraagt. Voor demissionair minister Piet Adema (Landbouw) is de oversterfte niet genoeg voor compensatie.
De blauwtonguitbraak is de grootste sinds 2006. Mede door de warme septembermaand is het besmettingsaantal "veel harder opgelopen dan we in dit gedeelte van Europa ooit hebben gezien", zegt Everts.
De schapenboeren hopen op een lange winter en een koud voorjaar. De verwachting is dat het aantal besmettingsgevallen de komende drie weken nog zal stijgen, omdat dat de tijd is die het virus nodig heeft om een dier ziek te maken. Als de kou aanhoudt, stoppen de beestjes met vliegen.