Voorman woningcorporaties: ‘Dertig procent van de huizen moet sociale huurwoning zijn’

Aedes-voorzitter Martin van Rijn vindt dat drie op de tien huizen een sociale huurwoning moet zijn. De voorzitter van de landelijke branchevereniging van woningcorporaties denkt dat dit een realistisch doel is. “Laten we er in ieder geval voor zorgen dat mensen die aangewezen zijn op een goedkopere woning ook daadwerkelijk daarvoor in aanmerking komen.”

Van Rijn ziet dat door de stijgende rente, toenemende inflatie en de stijgende kosten voor bouwmaterialen de Nederlandse woningbouwmarkt muurvast zit. Hij pleit ervoor na de verkiezingen meer oog te hebben voor de sociale woningbouw. “Veel mensen moeten elke maand een dubbeltje omdraaien om te kijken of ze de woonlasten nog kunnen betalen. Dus we moeten echt veel betaalbare woningen hebben”, zegt hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1.

Heb jij Goedemorgen Nederland gemist? Kijk deze uitzending nu hier terug, via NPO Start. 

Van Rijn pleit ervoor dat woningcorporaties weer een grotere rol moeten krijgen in het woningbouwproces. “Corporaties moeten weer een brede taak hebben voor de volkshuisvesting. Ze moeten betaalbare huurwoningen regelen, ook voor mensen die iets meer verdienen.”

‘Onvoldoende urgentie’

De Aedes-voorzitter maakt zich zorgen over de uitvoering. “De plannen zijn heel goed, maar we stralen de urgentie nog onvoldoende uit. Het is echt een groot probleem voor heel veel mensen. Ook als je iets meer verdient, kom je vaak niet in aanmerking voor een sociale huurwoning. Dan ben je aangewezen op de koopwoningmarkt, maar veel mensen kunnen ook daar geen woning krijgen. Het is crisis.”

Het aanwijzen van locaties waar gebouwd kan worden is volgens Van Rijn ook ingewikkeld. “Je moet rekening houden met stikstof, klimaat en ook met de grondwaterstanden. We hebben met zijn allen gewoon ingewikkelde procedures gemaakt. Inmiddels praten we ongeveer acht jaar waar gebouwd moet worden en die huizen staan er bij wijze van spreken in twee maanden.”

Ontvang je onze nieuwsbrief al? Meld je hier gratis aan en mis niets!

Bouwen op landbouwgrond

Meer dan 40 procent van de kiezers ziet het zitten om te bouwen op landbouwgrond. “Dat is een heel heikel punt. Als je ziet wat er met de landbouw en de woningbouw aan de hand is, moeten we echt met elkaar praten”, stelt Van Rijn. “We moeten niet tegenover elkaar gaan staan, maar juist de mogelijkheden verkennen. Er zijn veel gebieden waar wel degelijk veel mogelijk is. Ik denk dat de belangen veel meer parallel lopen dan we nu zien.”

BBB-lijsttrekker Caroline van der Plas, ook te gast in het programma, zegt dat eerst andere mogelijkheden benut moeten worden. “Woningbouw heeft ook te maken met allemaal extra duurzaamheidsregels. Stap daar vanaf, want het wordt op gegeven moment voor bouwers ook niet meer rendabel om een woning te bouwen.” Daar is Van Rijn het mee eens. “Maar tegelijkertijd zijn het wel eisen die we met elkaar stellen”.

Van der Plas is het eens met Van Rijn dat een percentage van de nieuwe woningen sociale huur moet zijn. “Maar de bouw moet wel rendabel blijven, anders trekken die bouwers en vastgoedbeleggers zich terug. Dan zit je in een impasse.”

Van Rijn zegt dat per gemeente is uitgerekend hoeveel woningen bijgebouwd moeten worden en wat de kwaliteit en prijs van deze woningen moet zijn. “We moeten nu knopen doorhakken.”

Lees ook:

Hugo de Jonge over wooncrisis: ‘Hebben een geweldige fout gemaakt’

Door: Rick Hartkamp