Arib vindt onderzoek ‘uiting van achterbakse politiek’
Voormalig Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib noemt het onderzoek tegen haar "een uiting van achterbakse politiek". Het is ingesteld om haar als persoon te beschadigen, stelt ze in een verklaring die haar advocaat namens haar heeft verspreid.
Arib, die zelf niet heeft meegewerkt aan het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag, wil ook nu niet ingaan op de aantijgingen aan haar adres. Net als de oorspronkelijke meldingen zijn de gesprekken met betrokkenen anoniem, benadrukt ze. "De anonimiteit faciliteert het ontlopen van verantwoording en verantwoordelijkheid", aldus Arib. "De anonieme beschuldigingen zijn instrumenten geworden om gekozen volksvertegenwoordigers politiek uit te schakelen of het werk onmogelijk te maken."
Arib vindt dat daardoor niet alleen haar goede naam is aangetast, maar dat ook "het vertrouwen en het aanzien van de politiek en ons parlement" zijn beschadigd.
Goedemorgen Nederland gemist? Kijk deze uitzending nu hier terug.
Knoops Advocaten, het kantoor dat Arib bijstaat, stelt dat het presidium van de Tweede Kamer geen onderzoek had mogen doen naar anonieme meldingen. Arib zou ook geen echte kans op wederhoor hebben gehad, omdat zij niet wist wie wat over haar had verklaard.
Onderzoek
Huidig Kamervoorzitter Vera Bergkamp vindt dat het onderzoek zorgvuldig is verlopen. Arib heeft volgens haar "alle mogelijkheid gehad" om haar kant van de zaak te belichten. "In het onderzoek heeft ze er niet voor gekozen."
De onderzoekers schrijven in een samenvatting dat de situaties waarover meldingen zijn gedaan tegen voormalig Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib, grotendeels worden ondersteund door informatie die onderzoekers hebben gekregen van direct betrokkenen. Het dagelijkse bestuur van de Tweede Kamer (het presidium) concludeert op basis van het onderzoek dat "sprake is geweest van een sociaal onveilige werkomgeving".
Stemverheffing
In twee anonieme brieven werd Arib beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag jegens ambtenaren. Dat liep uiteen van het uitsluiten van ambtenaren bij vergaderingen waar zij bij hadden moeten zijn, tot het negeren van kritische ambtenaren. In de brieven stonden zeventien situaties omschreven waarin Arib haar boekje te buiten zou zijn gegaan. De onderzoekers spraken met negentien direct betrokken medewerkers. Vijf andere ambtenaren werkten niet mee.
Van de negentien gesprekspartners hebben achttien aangegeven de omschreven situaties deels te herkennen. Arib sprak soms met stemverheffing en daar hebben negen van hen naar eigen zeggen emotioneel onder geleden. Arib was niet aan te spreken op haar gedrag en "bood na incidenten geen excuses aan", staat in de samenvatting.
Aan de andere kant zeiden vijftien van de gehoorde medewerkers Arib te hebben ervaren als een "zeer bekwame Kamervoorzitter", die "op momenten attent en betrokken was".
Arib naar rechter
Volgens politiek verslaggever van Omroep WNL Thomas van Groningen vinden Arib en haar advocaten dat het onderzoek er nooit had mogen zijn. "Zij zeggen: de Tweede Kamer kan geen onderzoek instellen naar een Kamerlid. Er zijn staatsrechtgeleerden die het met hen eens zijn", zei van Groningen dinsdagavond in Op1.
"De Tweede Kamer zal het iets anders zien. Ze zullen zeggen: we deden geen onderzoek naar een specifiek Kamerlid, maar naar het Kamerlid in de functie van voorzitter van de Tweede Kamer. Arib wil dat de rechter zegt dat het presidium van de Tweede Kamer en Vera Bergkamp nooit dit onderzoek in hadden mogen stellen."
Tekst gaat verder onder X.
Was het in de Tweede Kamer onveilig onder Khadija Arib? @TvanGroningen las het onderzoek daarover. “De bodemprocedure die Arib heeft aangespannen tegen dit onderzoek gaat gewoon door.” #Op1 #EO pic.twitter.com/kGb8fg4YhU
— Café Kockelmann (@CafeKockelmann) October 31, 2023
'Niet alles in brieven klopt'
De onderzoekers concluderen dat niet alles klopte wat in de anonieme brieven stond. Dat ambtenaren zijn vertrokken naar aanleiding van misdragingen door Arib, of door haar toedoen zijn ontslagen, is uit het onderzoek niet gebleken. Wel zijn functionarissen op haar "uitdrukkelijk verzoek" overgeplaatst naar een andere functie.
Arib heeft niet meegewerkt aan het onderzoek. Ze verzet zich al langer tegen het onderzoek en probeerde via de rechter publicatie van de samenvatting te voorkomen. Ruim een jaar geleden vertrok Arib boos uit de Tweede Kamer toen het onderzoek werd aangekondigd. Ze sprak van "anonieme dolkstoten" die in haar ogen politiek gemotiveerd waren.
Het volledige rapport is om privacyredenen niet openbaar gemaakt. Het presidium bekijkt nog of dat later alsnog (deels) kan gebeuren of dat ze het vertrouwelijk laten inzien door Kamerleden.
'Naar voor aanzien Kamer'
Demissionair minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) vindt de kwestie-Arib "naar voor het aanzien van de politiek", reageert hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "Geabstraheerd van de Tweede Kamer: het is altijd ingewikkeld als er klachten zijn over een onveilige werksfeer. Als werkgever kun je niet anders dan de klachten goed onderzoeken. Aan de andere kant: de drempel om iets onveilig te noemen lijkt de laatste tijd ook wel heel erg laag te liggen."
"Dat is enerzijds goed, want zo komen dingen boven tafel die te lang onder het vloerkleed zijn geveegd", zegt de bewindsman. "Je moet niet willen dat je iedere vorm van discussie op voorhand doodslaat."