Huisbazen gebruiken groepscontracten: huurder de dupe van hogere huurprijs
Middels een 'groepscontract' kunnen huisbazen hogere huurprijzen vragen van studenten aan wie zij hun kamers verhuren. Dit lukt hen omdat zij via een speciale constructie het puntensysteem weten te ontlopen. Via deze weg de huurprijs laten stijgen komt steeds vaker voor, met name in Amsterdam en Rotterdam. Dat blijkt uit onderzoek van NOS op 3.
De huurprijs die een huisbaas kan vragen voor zijn woning/kamer hangt van een aantal zaken af. Denk aan het oppervlak, eventueel gedeelde ruimtes zoals een keuken, douche of wc, of de wijze waarop je je woning kunt verwarming. Gaat het om een centrale verwarming of is er alleen sprake van een gasaansluiting en een schoorsteen. Ook toegang tot een tuin, balkon, dakterras of fietsenstalling kunnen de punten doen opdrijven, waardoor een huisbaas een hogere huursom kan bedingen.
Wat ook meespeelt in het puntensysteem is of het gaat om een zelfstandige of onzelfstandige woonruimte. In geval van een onzelfstandige woning, wat minder punten oplevert voor een verhuurder en dus een lagere huurprijs, delen bewoners bijvoorbeeld de aanwezige wc's en douches. Middels een 'groepscontract' kan de huiseigenaar deze regel omzeilen. Wat gebeurt is dat één 'hoofdhuurder' op het contract staat en de maandelijkse huursom overmaakt. Andere bewoners betalen hun deel aan de hoofdhuurder.
Groepscontract
Met andere woorden: het huis wordt verhuurd als één grote zelfstandige woning, met als gevolg een hogere huurprijs. Daarnaast kunnen bewoners hierdoor ook niet via de Huurcommissie om een lagere huursom/huurtoeslag vragen. Toch komt deze constructie steeds vaker voor, voornamelijk in Amsterdam en Rotterdam. Studenten gaan hierin mee, omdat zij vaak geen keuze hebben.