Nederlanders sporten na corona veel minder, vooral jongeren zitten stil: ‘Zeer zorgelijk’
NOC*NSF maakt zich onverminderd zorgen over de afname in sportdeelname onder Nederlanders. Ten opzichte van 2019, het laatste jaar voor de coronapandemie, is het aantal Nederlanders dat wekelijks aan sport doet met 700.000 gezakt. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van onderzoeksbureau Kantar Public, die maandagavond tijdens de algemene ledenvergadering van de sportkoepel werden gepresenteerd.
Met name het aantal sportende jongeren tussen de 13 en 18 jaar neemt af, terwijl daarnaast sporters uit de categorie lagere en middeninkomens achterblijven. NOC*NSF vreest daarmee dat het de tweedeling die het in de maatschappij constateert terugziet op het sportveld. Hogeropgeleiden, kinderen tussen de 5 en 12 jaar en 65-plussers zijn procentueel weer vrijwel terug op het niveau van vóór corona in 2019.
Kantar onderzocht in opdracht van NOC*NSF de sportdeelname over het gehele jaar 2022. Ten opzichte van 2021, een jaar waarin net als in 2020 coronamaatregelen sporten lastiger maakten, is het aantal wekelijks sportende mensen wel weer met een half miljoen toegenomen.
'Zeer zorgelijk'
"Het feit dat zoveel jongeren geen sportroutine meer kennen, is zeer zorgelijk", zegt Marc van den Tweel, algemeen directeur NOC*NSF. "De impact van corona was juist in deze leeftijdsgroep al zo sterk. Ze vinden de weg naar de sport niet terug."
Uit het rapport 'Zo Sport Nederland 2022' blijkt dat het aantal mensen dat wekelijks sport vooral is gedaald in de groep lager opgeleiden (-7 procentpunt) en middelbaar opgeleiden (-8 procentpunt). De sterkste daling is te zien in de leeftijdsgroep 13- tot en met 18-jarigen met een afname van 9 procentpunt.
'Doet mijn sporthart pijn'
Oud-atleet Gregory Sedoc maakt zich zorgen. Hij zet zich in om jongeren vaker te laten sporten. "Het is schrikken als je deze cijfers voor het eerst leest", zegt Sedoc in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "Ik maak mij elke dag hard om jongeren juist in beweging te krijgen. Dit nieuws doet mijn sporthart pijn. Ik weet wat sporten oplevert."
Volgens Sedoc zijn er verschillende redenen waarom mensen het sportveld minder vaak betreden. "Sporten is duurder geworden, maar dit is een mix van meerdere factoren. Het gaat ook om de inrichting van de publieke ruimte. Je moet bewoners in wijken veel meer betrekken in de samenwerking met sportaanbieders. Scholen kun je ook meer laten meedenken als het gaat om het betrekken van de jongeren."
"We kunnen niet meer verder op deze voet", waarschuwt Sedoc. "We moeten echt met innovatieve ideeën komen om mensen in beweging te brengen."
De voormalig topsporter vindt dat we ook moeten kijken naar het aanbieden van nieuwe sporten. "Leerlingen van Hogeschool Windesheim mogen zelf een nieuwe sport bedenken. Ze hebben een soort handbal in combinatie met volleybal bedacht, en dat is superpopulair. We moeten aan dat soort dingen denken en niet alleen jongeren terugbrengen naar de vereniging en de sportschool."
Sedoc gaat later vandaag in gesprek met minister Conny Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) om zijn plannen voor te leggen.
'Leveren in op welvaart'
Volgens econoom van de Rabobank Nic Vrieselaar betekent minder sporten een minder welvarende samenleving. "We hebben het vaak over de levensverwachting, maar je hebt ook de gezonde levensverwachting. Heel veel Nederlanders worden oud, misschien wel 85 jaar, maar een heel groot deel wordt ongezond oud. Dat kost geld, maar dat is ook verschrikkelijk voor jezelf."
Vrieselaar heeft zichzelf recent aangesloten bij een basketbalvereniging. "Ik heb het tot mijn schaamte tien tot vijftien jaar niet gedaan, maar ik heb het enorm gemist." Basketbal is op dit moment overigens één van de weinige sporten die in Nederland nog wel groeit. "We hebben bijna zalen tekort", aldus Vrieselaar.