Wandelaars en natuurliefhebbers opgelet: zo voorkom je een tekenbeet
Nu de lente langzaam zijn intrede maakt duiken wandelaars maar al te graag de natuur in. Voor hen is het wel opletten geblazen, want een tekenbeet is nooit ver weg. Om mensen hier bewust van te maken, is de Week van de Teek in het leven geroepen, jaarlijks georganiseerd door landelijke samenwerkende organisaties. Die week gaat vandaag van start. Om tekenbeten te voorkomen, zet preventieadviseur, sectorspecialist bos en natuur bij Stigas Mirjam de Groot een aantal tips op een rij.
Hoewel een teek klein van stuk is, kan de geleedpotige behoorlijk wat schade aanrichten. Denk aan de ziekte van Lyme. Daarom is het geen overbodige luxe om na een ferme boswandeling het huidoppervlak te controleren op teken. Zij nestelen zich vooral graag in knieholtes of onder de oksels.
Tips tegen teken
De Groot raadt wandelaars aan midden op het pad te blijven lopen. "Ga je struinen, dan kunnen daar teken zitten. Die kunnen aanhechten en dat willen wij voorkomen", vertelt zij tegen Goedemorgen Nederland.
"Zorg dat je huidbekende kleding hebt", gaat De Groot verder. "Zorg er eventueel voor dat je sokken over je broek zijn. Je kunt je broek ook inspuiten met een anti-tekenmiddel en er zijn speciale beschermende broeken tegen teken."
Wat te doen na een beet?
Het wordt sterk aanbevolen om de teek zo snel mogelijk te verwijderen. Hoe langer de teek zich in de huid nestelt, hoe groter de kans op ziektes. Vermijd jodium of andere desinfecterende middelen vóórdat je de teek verwijdert. Pas na het verwijderen van de teek kun je de beetwond ontsmetten.
Heb je de teek gespot, pak de teek zo dicht mogelijk bij de kop beet met een pincet en trek rustig omhoog (niet draaien). Houd de huid rond de tekenbeet tot zo'n drie maanden na de beet goed in de gaten. Let goed op het verkleuren van de huid of andere symptomen die passen bij de ziekte van Lyme.
Meeste risico in Drenthe
Waar loop je dan het meeste risico? Dat heeft Tekenradar in kaart gebracht. In Drenthe lopen mensen naar verhouding het grootste risico om gebeten te worden door een teek, met 75 meldingen op 100.000 inwoners, gevolgd door Gelderland en Flevoland.
Hoewel het aantal tekenbeten in 2022 in vergelijking met het jaar ervoor 33 procent lager was, betekent het niet dat de geleedpotigen helemaal niet meer toeslaan.
Onderzoek naar tekenbeten
Onderzoekers van het RIVM en Wageningen University & Research (WUR) zijn onlangs begonnen met een vaste groep melders om meer inzicht te krijgen in de 1,5 miljoen tekenbeten die er elk jaar in Nederland zijn.
Deze vaste groep geeft elke week door of en hoeveel tekenbeten zij hebben gehad. Hoofdonderzoekers Kees van den Wijngaard (RIVM) en Arnold van Vliet (WUR) zoeken nog meer deelnemers: "Met deze meldingen kunnen we veel beter bepalen wanneer het aantal tekenbeten stijgt of daalt. Met meer deelnemers kunnen we echt goede uitspraken doen over een toename of afname."