Vrouwen werken veel vaker deeltijd: ‘Zit van jongs af aan in onze cultuur’
Dat vrouwen veel vaker dan mannen deeltijd werken heeft sterk te maken met het verwachtingspatroon van de samenleving. Dat zegt hoofdeconoom van ING Marieke Blom. "Het zit eigenlijk van jongs af aan al helemaal in onze cultuur. Het is wat we van elkaar verwachten", zegt Blom in Goedemorgen Nederland op NPO 1.
Vrouwen gaan in de jaren na het afronden van een opleiding steeds vaker in deeltijd werken, in tegenstelling tot mannen, blijkt vandaag uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat de verhouding deeltijd- en voltijdwerkers voor mannen en vrouwen in kaart heeft gebracht.
Als startpunt heeft het statistiekbureau mensen onderzocht die zijn afgestudeerd in de periode 2007 tot 2009. Negen jaar na het afstuderen werkt minder dan 10 procent van de mannen in deeltijd. Bij vrouwen is dat aandeel een stuk hoger, waarbij duidelijk onderscheid te maken is in de genoten opleiding. Zo werkt volgens het CBS 40 procent van de vrouwen met een universitair diploma tegen die tijd in deeltijd, voor vrouwen met een mbo-diploma is dat 67 procent. Het aandeel in deeltijd werkende hbo-afgestudeerde vrouwen ligt daar tussenin.
'Vrouwen denken: dit past bij mij'
"Waarschijnlijk hebben ze het gevoel: dit pas bij mij", zegt Blom over de deeltijdwerkende vrouwen. Volgens haar sorteren meisjes in de opleiding al voor op werken in deeltijd. "Ze kiezen vaker opleidingen in de zorg en in het onderwijs, waarin deeltijdwerken de norm is." Veel vrouwen beginnen bij hun eerste baan al meteen met deeltijdwerken.
"Als vrouwen een relatie krijgen, gaan ze nog vaker deeltijd werken", zegt Blom. "Als er eenmaal kinderen komen, blijven de meeste vrouwen deeltijd werken." Van vrouwen met een afgeronde mbo-opleiding koos 58 procent van hen voor een deeltijdbaan in het eerste jaar na de geboorte. "En als de kinderen uit huis zijn, is het niet zo dat ze daarna wel in voltijd gaan werken."
Blom ziet dat vrouwen vaker thuisblijven om voor de kinderen te zorgen. "Veel kinderen komen tussen de middag naar huis toe. Vrouwen houden daar rekening mee." Volgens haar zit deeltijdwerken voor vrouwen "ingebakken in al onze gewoonten en veronderstellingen". Het overgrote deel van de mannen blijft gewoon voltijds werken na de geboorte van een kind.
"Het is impliciet wat we van elkaar verwachten, zoals we van mannen verwachten dat ze voltijd werken en dat zij laten zien dat ze op die manier voor hun gezin kunnen zorgen", zegt Blom. Ook versterken vrouwen die werken in deeltijd elkaar. "Je vriendinnen zitten ook thuis, dus hebben tijd om een kopje koffie te drinken."
Economisch afhankelijk
Blom waarschuwt dat mensen die werken in deeltijd minder kansen hebben om promotie te maken. "En als je ervoor kiest om deeltijd te werken, zijn er een heleboel banen die je al niet meer gemakkelijk kunt doen. Als je een leidinggevende positie wil, wordt van je verwacht dat je vier of vijf dagen in de week werkt. Dat betekent ook dat vrouwen economisch afhankelijk worden."
Volgens de econoom redeneren vrouwen vaker dan mannen vanuit het oogpunt van het gezin. "Ze denken: hoeveel moet ik nog bijverdienen om rond te komen. Ze zien hun carrière niet als iets waarin ze zover mogelijk willen opklimmen, terwijl je dat bij mannen vaker ziet. Zij willen zo hoog mogelijk terechtkomen en zoveel mogelijk geld verdienen."
Dat het niet altijd financieel loont om voltijd te werken, is volgens Blom niet de belangrijkste reden dat vrouwen vaker werken in deeltijd. "Zoals het nu geregeld is, houden vrouwen er wel degelijk meer aan over als ze meer gaan werken."
'Heel veel werk aan de winkel'
Ze pleit voor campagnes en rekentools om vrouwen warm te maken voor een voltijdbaan. "Maar je moet ook met elkaar in gesprek", zegt Blom. "Als je blijft werken heb je niet alleen nu meer geld, maar voor de rest van je leven, omdat je veel meer kans hebt om hogerop te geraken."
"Maar er is nog héél veel werk aan de winkel. Ik vrees dat het nog generaties gaat duren voordat we echt een verschil maken", zegt de econoom. "Het gaat helaas niet alleen om economische prikkels, maar juist ook om al die sociale normen."