Nederland blijft kampioen deeltijdwerken: slechts één op de acht wil meer uren draaien
Nederland lijkt maar niet het imago van kampioen deeltijd van zich te kunnen afschudden. Slechts één op de acht parttimers kan en wil namelijk op korte termijn meer uren werken. Dat concludeert uitkeringsinstantie UWV in De Telegraaf.
Met 4,2 miljoen deeltijdwerkers mag Nederland zich op dat vlak lijstaanvoerder noemen van Europa. Dit heeft vooral te maken met onaantrekkelijke fiscale regelingen, waardoor meer werken meer geld kost dan dat het oplevert. Ook het zelf zorgdragen van de kinderen is een oorzaak. Dat valt financieel vaak voordeliger uit dan een oppas regelen of je kind stallen bij de kinderopvang. In sommigen volgen mensen een studie of opleiding en dat is dan niet altijd te combineren met een fulltime baan.
Financiële regelingen
"Als ik nu bijvoorbeeld een dag meer zou werken, leg ik er bijvoorbeeld 500 euro op in. Waarom zou je dan meer werken?", uit directeur Stichting voor Werkende Ouders Marjet Winsemius haar kritiek bij Goedemorgen Nederland. "Veel ouders lopen tegen dit soort financiële regelingen aan."
Voormalig VVD-Kamerlid Han te Broeke bevestigt het probleem van de verhouding fulltimers en parttimers in Nederland. "Die verhouding is al jarenlang niet goed." Hij gaat nog een stap verder: "Fiscaliteit is soms pervers. Dan moet je afweging gaan maken om een dag extra te werken of voor je kind zorgen."
'Luxe-afweging'
Volgens het UWV geeft 59 procent van de parttimers aan niet meer te kunnen werken vanwege de zorgtaken of studie. Dat wil niet zeggen dat de rest van het leven geniet in Luilekkerland, zegt UWV-onderzoeker Michel van Smoorenburg tegen de krant. "Maar een deel van hen kiest er wel bewust voor niet fulltime te werken", vertelt Van Smoorenburg. Zij maken dan de afweging of zij al dan niet genoeg geld hebben. "Dat zou je een luxe-afweging kunnen noemen."
Overheidscampagne
Nederland heeft 12,5 procent onderbenutte deeltijdwerkers. Dat zijn parttimers die bereid zijn meer uren te willen draaien en daar ook direct beschikbaar voor zijn. Dat ligt nog altijd onder met Europese gemiddelde (15 procent).
Om dit percentage nog verder omlaag te brengen is de overheid een campagne gestart, vooral om vrouwen meer aan het werk te krijgen. Van Smoorenburg twijfelt of de campagne succesvol wordt. Het zou naar zijn mening financieel aantrekkelijker gemaakt moeten worden om meer te werken. Daarnaast moet de kinderopvang toegankelijker worden, zowel qua tijden als kosten.