Minister Yeşilgöz stelt 1 miljoen euro beschikbaar voor Internationaal Strafhof: ‘Voorkomen dat oorlogsmisdaden onbestraft blijven’
Minister Yeşilgöz voor Justitie en Veiligheid (VVD) stelt één miljoen euro beschikbaar voor het Internationaal Strafhof (ICC) voor onderzoek naar de oorlogsmisdaden in de oorlog in Oekraïne. De minister maakte dat deze morgen bekend vanaf een speciale internationale top in Londen waar meer dan dertig ministers wereldwijd bij elkaar zijn gekomen om deze kwestie te bespreken.
Samen met haar Britse collega Dominic Raab organiseert ze de top in Londen. De inzet: het Internationaal Strafhof praktisch en financieel ondersteunen bij het onderzoek naar de gruweldaden in Oekraïne. "Het is een conferentie waar het vinden van gerechtigheid voor Oekraïne en de Oekraïners centraal staat. Waarbij we alles op alles zullen zetten om te voorkomen dat oorlogsmisdaden onbestraft blijven", zegt de minister in Goedemorgen Nederland.
De bijeengekomen ministers bespreken hoe ze het Internationaal Strafhof kunnen versteken, extra in kunnen zetten op bewijsvergaring en de lopende onderzoeken te kunnen blijven ondersteunen.
Directeur Politieke Zaken HCSS Han ten Broeke verwacht dat het Strafhof het geld hard nodig zal hebben, omdat de misdaden die Rusland pleegt op grote schaal plaatsvinden. "Daar heb je nog wel wat forensisch onderzoek voor nodig om dat goed te kunnen documenteren. Maar het past bij Nederland om dit te doen. Het is een initiatief dat heel erg hoort bij hoe wij naar de internationale samenwerking kijken."
Mentale gesteldheid in het geding
Burgemeester Tanja Haseloop vangt in haar gemeente Oldebroek veel Oekraïense vluchtelingen op. Ze is positief over het initiatief van de minister, maar is ook erg geraakt door de huidige situatie. De oorlog is nu al meer dan een jaar gaande. Ze merkt op dat veel vluchtelingen last hebben van hun mentale gesteldheid. "Wat je ziet is dat in het begin mensen denken: het is gauw weer over, we kunnen weer snel naar huis. En dat er nu toch echt behoefte is aan mentale ondersteuning. De huisartsen hebben een groter wordende druk, maar dat geldt ook voor de geestelijke gezondheidszorg. En we hebben dus ook te weinig mensen om daar adequaat op te reageren."