Welk type woning komt in Nederland het meeste voor?
Van de bijna 8 miljoen woningen die Nederland rijk is, bestond op 1 januari 2021 het grootste aandeel uit rijtjeshuizen: 42 procent. Dat is een deel van een blok van tenminste drie huizen. Het aantal meergezinswoningen, zoals een appartement of een beneden- of bovenwoning maakte 36 procent uit van het totaal. De rest bestond uit vrijstaande woningen (13 procent) en twee-onder-een-kap (9 procent). Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Deze mix aan woningen (ook wel de woningvoorraad genoemd) is ontstaan omdat er vele jaren op verschillende manier werd gebouwd. Het is tevens het gevolg van selectieve sloop en woningtypes die werden gewijzigd. Denk aan splitsing, samenvoeging en transformatie. Onder de woningvoorraad vallen overigens niet woon- en ligplaatsen, recreatiewoningen zonder woonbestemming of onzelfstandige wooneenheden zoals studentenkamers met gedeelde voorzieningen. Zoals het CBS hier omschrijft.
Vooroorlogse tijd
Van alle woningen in Nederland stamt nog 1,5 miljoen uit de vooroorlogse tijd. Dat komt neer op ongeveer 19 procent. In vergelijking met nu is er een redelijk verschil in woningaandeel te zien. Rijtjeshuizen van de vooroorlogse voorraad maken 3o procent uit van het totaal. Dat is 12 procent minder dan het aandeel van nu.
In die tijd hadden vrijstaande woningen een veel groter aandeel in het totaal dan nu: 20 procent. Meergezinswoningen maakte 39 procent uit van de volledige woningvoorraad. Daarin is dus vrij weinig verschil te zien. Hoewel veel meergezinswoningen nu appartementen zijn, bestond het vroeger voornamelijk uit boven- en benedenwoningen.
Tekst gaat verder onder afbeelding
Dominantie rijtjeshuis
Na de oorlog, tussen 1945 en 2005, heeft de woningbouw in Nederland een ontwikkeling doorgemaakt waardoor het aandeel rijtjeshuizen in Nederland zo dominant is. Rijtjeshuizen uit die periode zijn hedendaags sterk vertegenwoordigd. Vooral tussen 1965 en 1985 werden er veel rijtjeshuizen uit de grond gestampt die vandaag de dag nog altijd overeind staan. Uit die periode van 20 jaar, van de woningen die nu nog bewoond worden, is meer dan de helft een rijtjeshuis.
Het leeuwendeel van de huidige woningvoorraad komt overigens uit diezelfde periode, al werden er toen veel minder meergezinswoningen gebouwd. In bouwperiodes erna was dat anders. Van alle woningen die tussen 2005 en 2021 zijn gebouwd, is het grootste aandeel in handen van de meergezinswoningen: 47 procent.
Het aantal vrijstaande woningen en twee-onder-een-kap-woningen daalt al sinds de periode 1965-1985. Toen bestond het aantal respectievelijk uit 9,5- en 6,7 procent. Na 2005 is dit aandeel alleen maar kleiner geworden.
Tekst gaat verder onder afbeelding
Vooral veel rijtjeshuizen in Zuid-Holland
Waar staan al die 3,4 miljoen rijtjeshuizen dan? Voornamelijk in Zuid-Holland (683.000), Noord-Brabant (559.000) en Noord-Holland (516.000). Meergezinswoningen zijn het meest dominant in zowel Zuid- als Noord-Holland. Daar maken dat type woningen ruim de helft van het totale woningbestand uit. In tegenstelling tot vrijstaande woningen, met respectievelijk slechts 5- en 7 procent. Geheel toevallig is dit misschien niet, aangezien de meeste mensen in Nederland in de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant wonen.
Dat ligt anders in Friesland en Drenthe. Die provincies zijn koploper wat betreft het aandeel vrijstaande woningen. Daar bestaat de totale woningvoorraad voor 29 procent uit vrijstaande woningen. Friesland (16 procent) en Drenthe (18 procent) hebben ook het grootste aandeel twee-onder-een-kap woningen.
LEES OOK: Afdingen kan weer op de huizenmarkt: ‘De markt is aan het draaien’