‘Heel verstandig dat het kabinet 17 van de 20 Russische spionnen heeft uitgezet’
Deze week zette het kabinet zeventien Russische spionnen het land uit. Dat maakte buitenlandminister Wopke Hoekstra bekend. De spionnen krijgen twee weken de tijd om hun spullen te pakken en Nederland te verlaten. Directeur-generaal AIVD Erik Akerboom zegt bij WNL Op Zondag dat het "heel verstandig is dat er zeventien van de twintig spionnen naar huis zijn gestuurd".
Dat er zich Russische spionnen in Nederland bevonden, dat was al langer bekend bij de inlichtingendienst. "Zij zijn al langer een steen in de schoen van ons als dienst en van de overheid", zegt Akerboom. Maar dat nu pas is overgegaan tot uitzetting heeft ermee te maken dat Rusland tot voor kort "een andere speler was", legt de directeur-generaal uit, waarmee hij doelt op de invasie in Oekraïne.
Russische spionnen
De spionnen werden al langer in de gaten gehouden door de AIVD en vormen nog altijd een dreiging. "Wij verwachten dat zij zich nu ook op andere dingen zullen gaan richten die kwetsbaar zijn voor Nederland."
Dat heeft ermee te maken dat Nederland steun uitspreekt richting Oekraïne. De spionnen kijken dan om wat voor ondersteuning het gaat. Om welke wapens Nederland levert aan Oekraïne, waar deze vandaan komen en waar ze naartoe gaan. Daarnaast kijken ze ook naar wat de Oekraïners doen die in Nederland belanden. "Dit zijn zaken die je als Nederland niet wilt hebben. Ik vind het een heel verstandig dat het kabinet heeft besloten om zeventien van de twintig spionnen naar huis te sturen", aldus Akerboom.
Akerboom zegt dat een aantal Russen het land binnenkomt als cultureel attaché, maar "niets cultureels doen en bezig zijn met netwerken te onderhouden en het faciliteren van inreizende spionnen". Dit gebeurt volgens hem ook in andere Europese landen.
Wetswijziging
In de opsporing naar de spionnen gaat het Akerboom niet zozeer om wat de Russen nu precies willen, maar om wat zij kunnen doen. "De Russische overheid is vooral geïnteresseerd in militaire en politieke informatie." Maar ook steeds in technologische zaken vertelt Akerboom.
Om Russische spionnen ook online meer en beter te kunnen volgen pleitten de Nederlandse inlichtingendiensten voor een wetswijzing van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv), ook wel bekend als de Sleepwet. Het is met succes aangevochten, want de nieuwe tijdelijke inlichtingenwet is sinds vorige week in consultatie. Dat wil zeggen dat de Eerste Kamer en de Tweede Kamer erop kunnen reageren. De wet is dus nog niet inwerking getreden.
Volgens Akerboom is wijziging nodig, omdat de wet uit 2017 niet meer past bij de huidige technologische ontwikkeling. "Landen zijn bezig met een offensief cyberprogramma." Denk aan Rusland, China, Iran, Noord-Korea. "Dat zijn landen die proberen in jouw systemen te komen." En dat lukt die landen ook vaak, vertelt Akerboom, die zegt dat Nederland niet geheel veilig is van een cyberaanval. "Wij hebben een hele goede digitale infrastructuur en daar maken deze landen ook weer gebruik van om weer andere landen aan te vallen. Vanwege die urgentie, kunnen wij niet twee, drie, vier jaar wachten op een uitgebreide wetsevaluatie. Het is nu echt nodig om er iets tegen te doen."
Toezicht
Op dit moment is het zo dat de cyberspionnen of hackers niet goed genoeg gevolgd kunnen worden, omdat er eerst vooraf toestemming voor gevraagd moet worden. Middels de nieuwe wet zou er meer mogelijk zijn. Inlichtingendiensten kunnen direct op een dreiging reageren. Toezicht blijft nog altijd bestaan, verzekert Akerboom. "Toezicht verschuift van vooraf naar real time. Ook tijdens de uitvoering kijkt de toezichthouder mee en kan het onderzoek gestopt worden. Dit wordt ook van harte geadviseerd", aldus Akerboom.