Zware nacht in Kiev: ‘Vrees voor zwaarder geschut is nadrukkelijk’
In Kiev waren vannacht veel explosies te horen. Een aantal woonhuizen en een winkelcentrum zijn geraakt. Daarbij zijn er zeker vier doden gevallen. Oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen, zelf aanwezig in de hoofdstad, hoorde de explosies ook en schrok ervan.
Het bombardement was ongeveer vijf kilometer van het hotel waar Melissen verblijft vandaan. Er kwamen al snel berichten binnen dat het ging om een winkelcentrum, vertelt de oorlogsverslaggever in Goedemorgen Nederland op NPO 1. Ook de huizen eromheen werden verwoest. "Er ontstaat altijd bij dit soort raketinslagen enorme omgevingsschade. De stad heeft dagelijks dit soort dingen te verduren. En zoals het er nu uitziet zijn er vier doden gevallen."
Melissen vertelt dat hij veel verkeer ziet rondom de zuidelijke uitvalweg in Kiev. "Veel meer dan een paar weken geleden." In de buurt die aan die weg grenst, is daartegen "doodstil" en "zijn vaak voor meer dan de helft leeg".
Er valt Melissen nog iets op. "Er zijn weer iets meer winkels open", vertelt hij. "Eigenlijk is altijd alles dicht hier, behalve supermarkten en apotheken. Ineens zie je toch weer een koffiebar of een kledingzaak opengaan. Mensen zijn gaan wennen aan deze oorlog."
Hypersonische raketten
Rusland lijkt zwaarder geschut in te gaan zetten om Kiev ten val te brengen, namelijk met hypersonische raketten. Melissen vertelt hoe dit leeft in Kiev. "Het zijn denk ik dezelfde raketten die hier steeds neerkomen, maar het gebeurt frequenter. De vrees voor nog zwaarder geschut dat op nog meer doelen geschoten wordt is hier wel heel nadrukkelijk."
Kiev nog niet in handen van Rusland
Ondanks opnieuw een zware nacht voor Kiev, is de hoofdstad nog altijd niet in Russische handen. "Het laat zien hoe geweldig het moreel van de Oekraïners is om door te blijven vechten", vertelt oud-commandant der Strijdkrachten Dick Berlijn. "Het blijkt bij Rusland toch allemaal minder gecoördineerd te zijn. Daar zijn wij toch een beetje door verrast."
Berlijn legt uit dat het belangrijk is dat de luchtstrijdkrachten, grondstrijdkrachten en de cyberaanvallen goed op elkaar zijn aangesloten. "Dat blijkt nu helemaal niet het geval te zijn."