Torenhoge werkdruk maar ook vaker bedreigingen voor ambulancebroeders: ‘Te triest voor woorden’
Patiënten die in ziekenhuisbedden op de gang liggen of uren moeten wachten in een ambulance omdat er nergens anders plek is: het is de keiharde realiteit in ons eigen land. Met grote gevolgen voor de patiënten, maar zeker ook voor het zorgpersoneel. Ondertussen neemt het aantal incidenten met zorgpersoneel toe, merkt ook voorzitter van V&VN Ambulancezorg Jan Hoefnagel. "Het is te triest voor woorden."
SEH-arts David Baden uit Utrecht ervaart hoge werkdruk. Volgens hem is de huidige besmettingsgolf extra zwaar omdat er geen uitzicht is op een daling, waar dat bij vorige pieken wél het geval was. "We zien dat het aantal besmettingen heel hoog blijft", zegt hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "We weten dat we de komende weken en misschien wel maanden onder deze enorme werkdruk blijven werken."
Baden heeft last van hoofdpijn en gaat naar eigen zeggen met meer stress naar huis dan normaal. "Ik denk dat het er vooral mee te maken heeft dat je niet echt meer een moment hebt van rust. Je hebt continue het gevoel dat je aanstaat. We zien dat er ambulances moeten wachten en patiënten langer op de spoedeisende hulp liggen. En als er patiënten naar de ic moeten, moeten we kijken of er nog een plekje is. Hier, of ergens anders. Dat zorgt voor enorme druk."
Ook torenhoge werkdruk voor ambulancebroeders
Voor voorzitter van V&VN Ambulancezorg Jan Hoefnagel is het een herkenbaar verhaal. Hij stelt dat de werkdruk in de zorg de afgelopen tien jaar is toegenomen, maar tijdens de coronapandemie explosief. "Het is nu continue aanwezig zijn."
Hoefnagel is zelf ambulancebroeder. Dagelijks vervoert hij covidpatiënten. "Ze zien er misschien niet doodziek uit. Vervolgens meet je het zuurstofgehalte en blijkt dat echt gigantisch laag." Hoefnagel moet dan een overweging maken of hij een patiënt overdraagt aan de huisarts of meeneemt naar het ziekenhuis. "Een huisarts zadel je ook op met een probleem, want die heeft het ook ontzettend druk."
Maar in het ziekenhuis is het verhaal niet anders. "Je komt dan aan bij een hartstikke volle spoedeisende hulp. Zeker gedurende de dag, rond drie uur, tot diep in de avond. Het is dan maar de vraag hoe laat iemand geholpen kan worden. De spoedeisende hulp loopt namelijk vol omdat de verpleegafdelingen en de ic's ook vol liggen."
Ook Hoefnagel ervaart meer werkdruk. Hij moet vaker en langer rijden. "Als je iemand met een gebroken heup ophaalt, is het de vraag of je terecht kunt bij het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Dat is op dit moment vaak niet het geval. De spoedeisende hulp verzoekt ons dan om door te rijden naar een verder ziekenhuis." Daardoor is hij langer onderweg. "En je hebt al veel meer ritten dan twee jaar geleden."
Van Geleen naar Arnhem
En alsof dat nog niet genoeg is, moeten ook steeds vaker patiënten worden verplaatst. Het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) probeert de druk over de ziekenhuizen te verdelen door spreiding. Hoefnagel en zijn ambulance worden ingeschakeld als een patiënt moet worden getransfereerd, soms zo ver als van Geleen naar Arnhem.
"Een ambulance is niet verbonden aan één ziekenhuis en kan dan vijf uur bezig zijn met één rit", zegt Hoefnagel. "Uiteindelijk allemaal met de bedoeling dat wij onze patiënten goede zorg willen leveren. Dat is de charme van ons vak. Wij vinden het mooi om op een acuut moment voor een patiënt te zorgen. Maar deze druk en hoeveelheid aan kilometers, is een serieuze belasting. Daarbij moet je zéker niet hebben dat er allerlei incidenten plaatsvinden."
Vaker incidenten
Hoefnagel doelt op incidenten waarbij zorgpersoneel wordt belaagd of te maken krijgen met scheldtirades en dreigementen. Dat aantal neemt sinds de coronapandemie toe, merkt Hoefnagel. "Heel concreet: vorige week zaterdag is er een steen door de ruit van een ambulance gegooid." Dat gebeurde tijdens de rellen in Rotterdam, twee weken geleden. Hij kan er met zijn verstand niet bij. "Je zit dus al met toenemende stress. Het is druk, je hebt lange dagen en werkt over. Dan kun je dit soort schofterig gedrag van stenen door een raam of mensen die enorme discussies met ons aangaan er niet bij hebben."
Want ook die discussies nemen toe. "Wij kunnen besluiten dat een patiënt niet naar het ziekenhuis hoeft, omdat hij niet ziek genoeg is. Het zuurstofgehalte is bijvoorbeeld nog goed en de temperatuur valt mee. Dus je kunt de patiënt veilig thuislaten en overdragen aan de familie en de huisarts. Maar mensen accepteren dat soms niet meer. Dan worden er discussies gevoerd, soms met zware bedreigingen. 'Het is jouw fout als mijn vader komt te overlijden'".
Hoefnagel benadrukt dat "alle ambulanceverpleegkundigen professionals zijn met een bepaalde autoriteit, maar ook met een bepaalde professionaliteit, die goede zorg proberen te leveren". De samenleving moet dat niet in twijfel trekken, stelt hij. "De mensen waarvoor wij zorgen moeten er vanuit gaan dat wij dat met goede bedoelingen doen. Omdat we weten wat de druk in het ziekenhuis is, maar ook omdat wij weten dat soms de beste zorg is om iemand over te dragen aan een huisarts of aan de familie. We doen dat met hele gegronde afwegingen."
'De cel in'
VVD-Kamerlid Queeny Rajkowski wil dat mensen die zorgpersoneel belagen "niet zomaar een taakstrafje krijgen maar ook echt de cel in moeten", zegt ze in Goedemorgen Nederland. "We moeten zorgen dat er veel meer een afschrikwekkende werking komt. Het is te idioot voor worden. Ik heb gelezen dat in Rotterdam ambulancebroeders zelf steekwerende vesten moesten dragen. Het gaat helemaal nergens over."
Het is zelfs zo dat bijna in alle regio's ambulancepersoneel beschikt over steekwerende vesten, zegt Hoefnagel. "Dat is dus omdat er kennelijk een toenemende dreiging is. Schofterig gedrag moet écht afgelopen zijn."