Amsterdam weerde homo’s en vrouwen jarenlang uit overheidsbaan
Amsterdam heeft in het verleden jarenlang gediscrimineerd bij het beoordelen van gegadigden voor een gemeentelijke of zelfs landelijke overheidsfunctie. Onder meer homo's en vrouwen werden op oneigenlijke gronden geweerd uit het ambtenarenapparaat. Dat bevestigen twee nieuwe, onafhankelijke onderzoeken die woensdag zijn gepresenteerd aan de gemeenteraad.
De onderzoekers bekeken ruim 3300 gespreksverslagen van de zogeheten Beoordelingscommissie inzake Goed Zedelijk Gedrag Gemeentepersoneel, die bewaard zijn gebleven uit de jaren 1942 tot en met 1958. Eerdere notulen van deze commissie, die bestond van 1912 tot 1959, zijn er niet meer.
Uit de verslagen komt naar voren dat de commissieleden discrimineerden tegen homoseksuele mannen, vrouwen, mensen met een verstandelijke beperking, een crimineel verleden of een ander land van herkomst en mensen uit een lagere economische klasse. De onderzoekers schetsen een schrijnend beeld. Homomannen zouden 'lijden aan een kwaal', vrouwen werden als 'dweil' en 'vaatdoek' weggezet en met 'kleurlingen' waren 'zo veel slechte ervaringen opgedaan dat ze brandschoon moeten zijn willen ze een kans hebben om aangenomen te worden'. Deze mensen kregen geen bewijs van goed gedrag en kwamen dus niet in aanmerking voor een ambtenarenbaan.
Beslissingen gebaseerd op vooroordelen, seksisme en roddels
Volgens de opstellers van de twee rapporten gebeurde het beoordelen van sollicitanten volkomen willekeurig en niet volgens eenduidige maatstaven. Beslissingen waren gebaseerd op vooroordelen, seksisme en roddels, en de commissie hoefde er geen verantwoording over af te leggen. De commissie bestond alleen uit mannen. Zij waren geselecteerd op basis van hun aanzien en positie binnen de organisatie, niet omdat ze verstand van zaken hadden. Bij hun werk schonden ze geregeld de privacy, zo concluderen de onderzoekers.
Een extra pijnlijk detail is dat de commissie in 1941 een lijst van (vermeende) homoseksuelen doorgaf aan de Duitse bezetter. De rol van de gemeente Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt apart onderzocht bij het NIOD.
'Belangrijke lessen'
In een reactie zegt het stadsbestuur belangrijke lessen uit de onderzoeken te trekken, om ongelijke behandeling en discriminatie in de gemeentelijke organisatie verder tegen te gaan. Zo moeten alle sollicitanten volgens gelijke maatstaven worden beoordeeld en moeten de oordelen van de selectiecommissie extern worden gecontroleerd. Ook moet zo'n commissie divers zijn en terughoudend en zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens. Deze regels worden overigens al grotendeels gehanteerd.
"Het college keurt de werkwijze die in deze commissie is gehanteerd categoraal af. We kunnen het verleden niet ongedaan maken, maar de slachtoffers willen we recht doen. Door het verleden niet te vergeten, maar ook door lessen uit de onderzoeken te halen, om ervoor te zorgen dat uitsluiting en discriminatie zo veel mogelijk wordt voorkomen", zo schrijven de betrokken wethouders Rutger Groot Wassink (diversiteit) en Touria Meliani (personeel en organisatie) aan de raad.
De onderzoeken werden gedaan om meer inzicht te krijgen in de rol van de Beoordelingscommissie inzake Goed Zedelijk Gedrag Gemeentepersoneel. In 2016 werden al documenten uit het archief van deze commissie tentoongesteld in het Stadsarchief. In november 2017 wijdde dagblad Trouw er een artikel aan, waarna het COC om meer onderzoek vroeg.