Ahoy-directeur Jolanda Jansen was al vóór winst Duncan Laurence aan het rondbellen
Nog voor Duncan Laurence het Eurovisie Songfestival in 2019 won, hing Ahoy-directeur Jolanda Jansen al aan de telefoon: Rotterdam moest en zou het songfestival organiseren. "Toen Nederland het de laatste jaren steeds beter ging doen, dachten we: dit zou zo fantastisch zijn", vertelt ze in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "Dus toen Duncan het heel goed deed bij de bookmakers zijn we gaan bellen met andere steden en gebouwen om te vragen hoe lang je zoiets in huis moet hebben."
En dat is lang, zegt Jansen. "Ik dacht één week of twee weken, maar dat bleken er zes of zeven te zijn. Toen zijn we naar de kalender gaan kijken, of we die zouden kunnen vrijspelen in die periode. Daarna zochten we contact met de wethouder." Na de winst van Duncan maakte het Ahoy-team 's nachts nog app-groepjes aan. "Om te zeggen: we gaan ervoor. De maandag erna zijn we gelijk na gaan denken over waarom dit bij de stad past en welk verhaal we wilden vertellen."
'Heel groot en complex'
Het Eurovisie Songfestival is het grootste evenement wat de Rotterdamse zaal in zijn vijftigjarige bestaan ooit gezien heeft. "In alle opzichten. Niet alleen de duur, maar we moesten bijvoorbeeld ook veel doen aan het dak. We hebben constructeurs laten narekenen of alles wat je op televisie ziet hangen wel past", zegt Jansen. "Het is heel groot en complex. En zeker voor het creatieve team was het ook een uitdaging om een visitekaartje voor Nederland te laten zien aan Europa."
En gisteravond was het dan eindelijk zo ver. Miljoenen mensen keken naar de eerste halve finale van het liedjesfestijn in ons eigen Rotterdam, geopend door de winnaar van toen. De opening ontroerde Jansen, zo vertelt ze. "Omdat je zo die energie van het publiek voelt, en weet: dit is zo'n diep menselijke behoefte, bij elkaar komen en samen genieten. We hebben letterlijk een jaar lang verstoft, en zoals gisteren hoort het weer te zijn. Reuring, energie, mensen in huis. Dat is heel fijn."