Zes jaar na de aanslag op Charlie Hebdo: ‘We zijn achteruit gegaan’
Zes jaar na de terroristische aanslag op het Charlie Hebdo is het alleen maar verder bergafwaarts gegaan met de vrijheid van meningsuiting, hetgeen waar het satirische weekblad symbool voor kwam te staan. Dat stelt Wierd Duk. "We zijn achteruit gegaan", zegt hij. "Je ziet dat heel veel mensen eingeschüchtert zijn, zoals de Duitsers zeggen. Angstig om zich uit te spreken."
Op 7 januari 2015 drongen twee moslimextremisten het hoofdkantoor van Charlie Hebdo in Parijs binnen en openden daar het vuur tijdens een redactievergadering. Twaalf mensen kwamen om het leven. Er volgden talloze demonstraties over de hele wereld, waar 'je suis Charlie' dé leus werd die aanduidde dat men voor persvrijheid en vrijheid van meningsuiting stond.
"Charlie Hebdo durfde heel duidelijk hele provocerende tekeningen te publiceren. Nu denkt men wel twee, drie keer na voordat men zoiets doet" zegt Duk. "Dus we gaan eerder achteruit dan dat we vooruit gaan."
Aanslagen in Frankrijk
Na de aanslagen in Frankrijk afgelopen jaar, op de onthoofde leraar Samuel Paty en de moord van drie mensen in een basiliek Notre-Dame van Nice, verklaarde Macron de oorlog aan de politieke islam. Met een wetsvoorstel wil hij de radicale invloeden van de islam tegengaan. Zo wordt financiering van moskeeën uit het buitenland bemoeilijkt en wordt thuisonderwijs aan strengere eisen onderworpen.
"Wat je dan krijgt vanuit de Verenigde Staten is het verwijt dat Frankrijk en Macron islamofoob zouden zijn", zegt Duk. Zo noemde de VS het wetsvoorstel ‘zwaar op de hand’ en 'mogelijk contraproductief'. "Dan steun je eerder de dader dan de slachtoffers, helaas", vindt Duk.
LEES OOK: Frankrijk komt met nieuwe wetgeving tegen radicale islam, strenge controles voor moskeeën