Is het dagelijks delen van coronacijfers door RIVM wel een goed idee?
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) brengt dagelijks cijfers naar buiten over het aantal coronabesmettingen en -sterfgevallen. Bij een normale griepgolf gebeurt dit niet. Is het delen van deze cijfers een goed idee of zorgt het voor onnodig veel paniek?
Marieke ten Katen, journalist bij Elsevier Weekblad en kenner op het gebied van zorg en gezondheid, snapt de spagaatpositie van het RIVM heel goed. "Het is enerzijds terecht dat er veel aandacht is voor alle cijfers, omdat ze een goede indicatie geven van de komende gebeurtenissen", verklaart ze in WNL op Zaterdag op NPO Radio 1.
"Toch kan het verspreiden van deze cijfers ook voor onnodig veel paniek zorgen. Experts schrikken niet van deze cijfers, maar aan de andere kant wil je de samenleving wel voldoende inlichten."
"Tijdens de griepgolf van 2017/2018 zijn ruim 9.000 mensen overleden", vult CDA-Kamerlid Joba van den Berg haar aan. "Het verschil met nu is dat het om een onbekend virus gaat, waar we weinig kennis van hebben en waar nog geen vaccin voor is. Ook is de gewone griep al zo'n honderd jaar bij ons, waardoor we een aardige immuniteit hebben opgebouwd."
Voorzichtig omgaan met cijfers RIVM
Volgens Ten Katen is het cruciaal om zorgvuldig om te gaan met de cijfers die het RIVM naar buiten brengt. "Het aantal besmettingen dat naar buiten wordt gebracht, is een klein deel van het daadwerkelijke aantal. Dat geeft een akelig beeld van het sterftepercentage, dat nu op 3.5 procent staat."
Dat percentage daalt volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) nog zodra het daadwerkelijke aantal besmette personen in kaart wordt gebracht. "De WHO rekent op een sterftecijfer dat tussen de 0.3 en de 1 procent ligt."