181.000 jongeren laaggeschoold, bijna de helft heeft geen werk
Van de 181.000 laaggeschoolde jongeren van 15 tot 27 jaar, hadden er 70.000 vorig jaar geen werk. Dat zijn er relatief veel vergeleken met de jongeren die wel het minimale onderwijsniveau hebben, meldt het CBS.
600.000 jongeren in Nederland hebben wel het minimale onderwijsniveau daarvan hebben er 66.000 geen werk. Onder het minimale onderwijsniveau, een zogenaamde startkwalificatie, vallen een havo- of vwo-diploma en een basisberoepsopleiding vanaf mbo niveau 2. Jarenlang gingen steeds meer jongeren van school met zo'n startkwalificatie, die ontwikkeling stagneert nu.
Ziekte of beperking
De meest voorkomende reden voor laaggeschoolde jongeren om niet te werken is ziekte of een beperking. Als jongeren zonder startkwalificatie wel werk hebben, is dat vaak op een lager beroepsniveau dan werkende leeftijdsgenoten die wel een startkwalificatie hebben. Zij werken vaker als lader/losser, vakkenvuller, verkoopmedewerker in de detailhandel of als kelner of barpersoneel.
Bron: CBS
Van de mannen met een startkwalificatie werkt 58 procent op lagere beroepsniveaus (1 en 2), meer dan de helft van de vrouwen met een startkwalificatie werkt op een hoger beroepsniveau (3 en 4). Zij hebben vaak beroepen als sociaal werker, groeps- en woonbegeleider, adviseur marketing, pr en salespersoon, gespecialiseerd verpleegkundige en als leerkracht in het basisonderwijs.
Bijna 32.000 jongeren zonder startkwalificatie willen wel werken, maar kunnen geen werk vinden. De overheid heeft de ambitie uitgesproken om het aantal jongeren dat van school zonder minimaal onderwijsniveau omlaag te brengen.
LEES OOK: ‘Hoogopgeleide profiteert meer van economische bloei’