Rechter: ‘Minister Slob mocht bestuur omstreden Haga Lyceum niet dwingen op te stappen’
Minister Slob van Onderwijs had het bestuur van het omstreden Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam niet mogen dwingen om op te stappen. Dat oordeelt althans de rechter. Het besluit zou onder meer in strijd zijn met het recht op de vrijheid van onderwijs, staat in het vonnis.
De school kwam in maart vorig jaar in opspraak toen de AIVD en NCTV lieten weten dat de school banden zou hebben met jihadistische terreurorganisaties en leerlingen zou beïnvloeden met de salafistische geloofsleer.
Slob riep het bestuur van de school op om te vertrekken, omdat er volgens hem sprake was van wanbeheer en zelfverrijking. Het bestuur weigerde dit steeds. Als het bestuur zou blijven zitten, dreigde Slob de financiering van de school stop te zetten. Per 1 december draaide hij ook daadwerkelijk de geldkraan dicht.
LEES OOK: Minister Slob: ‘Geldkraan Haga Lyceum gaat definitief dicht’
Onterecht, zo zegt de rechter nu. "De minister had niet de aanwijzing mogen geven om het schoolbestuur te vervangen", aldus de rechter. Het wanbeheer waar Slob op doelt is volgens de rechter "minder omvattend en minder ernstig" dan de verwijten van de minister.
Argumenten minister van tafel
De argumenten van de bewindsman worden door de rechter van tafel geveegd. Het verwijt van Slob dat sommige personen rond de school leerlingen ongewenst zouden beïnvloeden, is volgens de rechtbank bijvoorbeeld beperkt. Ook staat niet altijd vast dat die mensen rond de school omstreden gedachtegoed hebben.
Dat er sprake is van financieel wanbeleid zag de rechter wel. "Bij vier uitgaven is inderdaad vast komen te staan dat er sprake was van zelfverrijking en onrechtmatig handelen." De Onderwijsinspectie wist dit echter al langer en greep volgens de rechter desondanks niet in.
Slob in hoger beroep
Minister Slob heeft al laten weten in hoger beroep te zullen gaan tegen de uitspraak van de rechter. De uitspraak gaf hem een "ongemakkelijk gevoel", schrijft hij op Twitter. "Rechtbank constateert namelijk dat er ruimte is in deze school voor personen met een anti-democratisch en anti-integratief gedachtegoed."
Huidige wetgeving biedt onvoldoende basis voor aanwijzing. Zoals bekend ligt er inmiddels een nieuw wetsvoorstel voor burgerschapsonderwijs bij Tweede Kamer. Ondertussen gaan we in hoger beroep. Belangrijk om te weten wat we met een aanwijzing mogen in belang van de leerlingen.
— Arie Slob (@arieslob) January 20, 2020