Helft 65-jarigen werkt tot aan het pensioen, 21% heeft helemaal geen inkomen
Niet iedereen gaat vanuit betaald werk met pensioen. Laagopgeleide mannen hebben vaker dan hoogopgeleiden een uitkering als voornaamste inkomstenbron in het jaar voor hun pensionering. Laagopgeleide vrouwen gaan vaker met pensioen vanuit een situatie waarin ze geen eigen inkomen hebben, noch uit werk, noch uit een uitkering. Dit blijkt uit een analyse van het CBS.
Voor de groep ouderen die 65 jaar oud was op 30 september 2016 is in kaart gebracht wat hun inkomstenbronnen waren in dat jaar. Ongeveer de helft van deze groep had betaald werk als belangrijkste inkomstenbron in het jaar voor hun pensionering, 21 procent had toen geen eigen inkomen uit werk of uitkering. Dit ging bijvoorbeeld om mensen die leefden in een huishouden waar hun partner de enige kostwinner was. Ruim 18 procent had een uitkering voor arbeidsongeschiktheid of ziekte. De resterende 11 procent had een bijstand- of werkloosheidsuitkering als belangrijkste inkomstenbron voor ze met pensioen gingen.
LEES OOK: Minister Koolmees legt pensioenpetitie met bijna 60.000 handtekeningen naast zich neer
Vooral hoogopgeleide vanuit werk naar pensioen
Vooral hoogopgeleiden gingen vanuit werk naar pensioen, dit was het geval voor 71 procent van de hoogopgeleide mannen en 55 procent van de hoogopgeleide vrouwen. Van de laagopgeleide mannen ging een meerderheid uit werk naar pensioen (54 procent), maar ook een aanzienlijk deel vanuit een uitkering voor arbeidsongeschiktheid of ziekte (28 procent). Laagopgeleide vrouwen gingen in 28 procent van de gevallen vanuit werk naar pensioen en 43 procent had geen eigen inkomen uit werk of een uitkering in het jaar voor pensionering